maandag 14 februari 2011

Een poepje laten ruiken

Stevig van postuur was hij, zeker voor zijn leeftijd. En ondeugend, erg ondeugend. En brutaal, met een vleugje vandaal erbij, ja, dat past precies bij die knul. Gorko noemden wij hem.


Volgens zijn moeder was het niet waar, dat hij de blaag van de buurt was. Stee vast ontkende zij, wanneer er weer een boze buur aan haar deur stond te tieren, dat hij erbij was geweest. Menig konijn in de buurt zal echt niet met weemoed terug denken aan die tijd, dat ze nog bij ons in de buurt woonden.


Op een zwoele zomeravond ergens in augustus, waren we met kennissen achter ons huis te barbecueën. Het was zo'n heerlijke rustige zondagavond, waar je alleen de vogeltjes en het vuur van de barbecue hoorde.


Een luide gil klonk ineens door de serene stilte, gevolgd door het geluid van een fiets die op de tegels geworpen werd. 'Mamaaaaaaaaaa ik moet poepuhhhhhhh' klonk het door de buurt, 'toe nouuuuuuuuu, ik moet nodig'.


De boef van de buurt kwam voor een gesloten deur te staan, de rest van het gezin was uit fietsen. Na een minuut van krijsen en aan de deur trekken, drong het tot hem door, dat ze deze keer echt weg waren.


De teleurstelling maakte snel plaats voor woede, ontembare woede. Het grijnzen van zijn twee vaste partners in crime, maakte het er ook niet beter op. Alles achter het huis wat hem voor z'n voeten kwam moest het ontgelden.


Onze kennissen, die met grote ogen dit schouwspel waar hadden genomen, konden hun lachen haast niet onderdrukken. Na een korte uitleg van ons, wie die deze knaap was, vervolgen wij dit spektakel. 


Inmiddels was Gorko er achtergekomen, dat de schuurdeur niet afgesloten was. Met een ferme beweging gooide hij de deur open, en riep: 'Zo!'. De twee knapen, die inmiddels al door hadden dat er weer tegen het gepraat kon worden, vroegen wat hij van plan was. 'Ik schijt wel in papa's schuur' tierde hij, 'dat zal hem leren, de deur van het huis op slot te doen'.


Op dat moment namen de man en ik net een teug van ons pilsje. Twee grote fonteinen bier spoten door de tuin, toen wij de uitspraak van de bengel hoorden. Op handen en knieën kropen wij richting onze stoelen terug, dit konden wij niet langer zien en aanhoren.


Het luide gekreun van de buurjongen had inmiddels plaats gemaakt voor het geluid van scheurende en schurende kranten. Luid lachend en vrolijk gingen de drie boefjes er weer van tussen.


Het duurde niet lang, of de buren kwamen terug van hun zaligmakende fietstocht. We konden horen hoe de buurman vals fluitend naar de schuur ging, om de fietsen naar binnen te zetten. 


Ineens klonk er een ijzige gil en het geluid van vallende voorwerpen. 'Gloeiende, gloeiende, gloeiende' hoorden wij de buurman schelden, 'er heeft een hond in de schuur gescheten!'. 


Dit was voor ons de druppel, we konden het niet meer houden, en we lagen dubbel van het lachen achter het huis. En nog steeds, na vijftien jaar, en veel bier, komt dit verhaal ter sprake als we weer eens met z'n allen barbecueën.


De kriebels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten