woensdag 15 september 2010

Hoogmoed komt voor de val.

Stoer, zo stoer, dat hij voor de duivel nog niet bang was. Tenminste dat liet hij iedereen weten, de duivel kon hem wat als het aan hem lag. Ja, hij was de stoerste knaap van de buurt, althans dat dacht hij.


Vijftien jaar was hij, rookte al Zware van Nelle, dronk bier en kroop over de vrouwen heen alsof het een lieve lust was. En bovenal, Klaas was het geschenk voor de dames, als je hem moest geloven. Wij namen hem niet zo serieus, en plaagden hem er af en toe een beetje mee. Hij was de jongste in de groep, maar wou niet voor ons onderdoen.


Zoals altijd lummelden wij wat rond op de speelweide in onze buurt, voetbalden wat, of lagen lekker in de schaduw van de gespeten eik. Deze oude eik, toen al zo'n 70 jaar oud, was in het verre verleden door de bliksem getroffen, en doormidden gespleten. Het was een ideale hangplek voor ons op warme zomerse dagen.


De speelweide was voor driekwart afgesloten door een strook met bomen en bosjes. Deze strook, zo'n 5 meter breed, bood plaats aan ideale schuilplekjes om je in te verstoppen. Menigmaal hebben wij daar gebruik van moeten maken als we weer een wat kattekwaad hadden uitgevreten. Ook zijn daar menige malen de eerste seksuele contacten ontstaan.


Naar mate het dichter naar de herfst ging, en het 's avonds eerder donker werd, verschoven wij onze activiteiten richting het plein, waar een lantaarnpaal stond. Van uit deze uitvalbasis hebben wij menig buurtbewoner tot de wanhoop gedreven.


Klaas woonde aan de overkant van de speelweide, en liep daar altijd langs om naar huis te gaan, ook als het al donker was. Hij bleef altijd als laatste hangen en wij dachten er nooit iets bij. 


Tot op een gegeven moment het gerucht ging, dat die stoere boy eigenlijk best wel bang was in het donker. Elke keer, als hij in het donker over de speelweide naar huis ging, zong hij of maakte lawaai. Dit gerucht werd steeds hardnekkiger en wij besloten de proef op de som te nemen. Al snel was er een strijdplan ontworpen, om Klaas eens goed te grazen te nemen, alleen het goede tijdstip afwachten.


Dat diende zich na twee weken aan, tijdens de jaarlijkse feestweek in ons dorp. We waren met z'n allen aan het stappen, en de drank vloeide rijkelijk. Goed aangeschoten, en ontzettend melig kwamen wij 's nachts bij ons hangplekje aan. 


Het nadeel van veel drinken is natuurlijk dat je veel moet plassen. Welnu dat overkwam onze stoere Klaas ook. Met zijn luide, kraaiende stem verkondigde hij, dat hij wel even een boom ging om gooien met zijn turbo straal en dat het verstandig was om dekking te gaan zoeken.


Wij keken elkaar aan, toen hij dronken naar de bomenstrook waggelde. Met een grote grijns op zijn gezicht, stelde iemand voor, dat dit het moment was om hem even goed de oren te gaan wassen. 


Snel maakten wij ons uit de voeten, luid schreeuwend naar Klaas dat we elkaar morgen wel weer zouden zien. Wat onduidelijk gemompel was het antwoord dat uit de bosjes kwam.


Wat hij niet wist was, dat wij niet naar huis gingen, maar met een boog om hem heen liepen. In groepjes van twee verstopten wij ons om de tien meter in de bomenstrook, en wachten hem op.


Het duurde niet lang of het slachtoffer melde zich aan, luid een schuine versie zingend van een oude piratenhit. Bij het inzetten van de tweede strofe sprong het eerste groepje met een angstwekkend gejoel uit de bosjes, recht op Klaas af.


Nog klungelig bezig zijn rits dicht te krijgen, zag hij die twee donkere figuren op hem afkomen. Als door een wesp gestoken, zette hij het op een lopen, slingerend nog bezig om die stugge rits dicht te krijgen. Juist op dat moment sprong het tweede clubje uit de bosjes.


Met een ware doodskreet, en een voor hem ongekende snelheid, zette Klaas er een tandje bij om die enge gasten te ontwijken. Bezetten door angst, zwaar onder invloed van alcohol en nog steeds aan het vechten met taaie rits, maakte hij een misstap.


Een ijzig wekkende gil klonk door de donkere nacht toen Klaas een dubbele salto met een radslag uitvoerde. Met de broek op zijn knieĆ«n, zijn armen wild door de lucht zwaaiend, belandde hij op het vochtige gras. Vloekend en tierend probeerde hij overeind te komen, om voor die enge gasten te vluchten. Helaas voor hem, was zijn broek een andere mening toegedaan. Met een pirouette waar menig kunstschaatser jaloers op zou zijn, kuste hij andermaal het grasveld.


Het derde groepje, die dit schouwspel zag gebeuren, vergat totaal nog om hem te laten schrikken. Met samengeperste kaken om het lachen te onderdrukken, keken ze toe, hoe onze held op handen en voeten de weg naar zijn huis vervolgde.


Amper nog kunnen praten door de lachkrampen, kwamen wij bij elkaar op het slagveld. Een verloren sportschoen lag als stille getuige nog in het natte gras. 


Wekenlang kon Klaas nog aanhoren, hoe hij atletisch door zijn broek was gevloerd, en dat zijn optreden zeker wel een acht waard was, op zijn minst.


Sindsdien liep deze stoere knul een andere weg huis, om vooral maar de speelweide in het duister te ontwijken. 


De kriebels.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten