donderdag 26 augustus 2010

Zondag, visdag

Vroeger, vroeger was alles beter, dat weten oudjes je haarfijn te vertellen, zeker als het om de jeugd van vandaag gaat. Ik wuifde dat nostalgisch gezemel altijd met een glimlach weg. Immers, na verloop van tijd ga je selectief herinneren, elke winter was een strenge, elke zomer kende op z'n minst een hittegolf en begon al in mei.


Vanochtend toen ik de deur uitstapte zag ik wat de hangjeugd gisteravond weer had uitgevreten. Vuurtje gestookt in afvalbak, speeltoestellen beklad en vernield, en een bende achter gelaten. 


Nou, zulke dingen deden wij dus vroeger echt niet, wel ondeugend, maar vernielen was er niet bij. Dat kwam bij ons niet op, wij waren creatief met vrije tijd, al heeft dat misschien menig mens nog een pijnlijke ervaring achter gelaten.


Het was een zomer, die begon al in mei, en in het laatste weekend van de vakantie hingen wij bij een grote vijver, zoals gewoonlijk in die tijd, rond en broedden wij weer op kattekwaad. Langs de vijver werd een nieuwe weg aangelegd, een riooloverloop op de vijver aangesloten en huizen gebouwd. 


Die vrijdag had de zomer weer een zo'n onweersbui gebracht die we vroeger alleen hadden, en er voor gezorgd dat er veel rioolwater in de vijver was gelopen. Combineer dat met de hoge temperaturen, en de visstand in de vijver, en je hebt het ideale recept om je te vermaken. 


Het hoeft verder geen uitleg dat alle vissen in de vijver dood waren, in die tijd nam men het niet zo nauwkeurig met milieuwetgeving, dus er begon al een aardig luchtje te hangen. Een eindje verder op lag het materiaal van de wegenbouwers, putten, rioolbuizen in allerlei maten, zo klaar voor gebruik. Die kans lieten wij ons niet voorbij gaan, de hevig ontbindende vissen werden massaal in het gereed liggende materiaal gepropt, dit met de gedachte dat er maandagmorgen weer heerlijk gevloekt zou worden door diegene die de eer had om er mee te mogen werken.


Maar..... ons jeugdig ongeduld smeekte om direct resultaat! Elkaar met rottende vis om de oren slaan was geen optie, dus er diende een andere oplossing te komen, en met spoed! Het ene na de ander onschuldig voorstel werd afgeschoten, en de tijd begon te dringen.


Zoals altijd, als de nood het hoogst is, dan is de oplossing nabij. Het moest een variatie worden op het alom bekend spelletje 'portemonneetje trekken', maar dan met dode vis. Er werd een plastic zak geregeld en een stuk touw, en als een roedel bloeddorstige wolven trokken wij er op los, op naar het fietspad in het grote bos. Bij het plaats delict aangekomen, was het een ruw ontwaken dat de mensen niet zo snel grepen naar een vis die in staat van ontbinding dan naar een knip die op het fietspad lag. Dit vereiste een aanpassing van ons strijdplan!


Die werd snel gevonden, hup een boom in, en de plastic zak met de onwelriekende inhoud mee, als mede ook het touw. Nadat wij ons strategisch ten opzichte van potentiĆ«le slachtoffers hadden opgesteld, kon het snode plan in werking treden. 


De eerste slachtoffers waren, jawel het kon ook niet anders, een kudde bejaarden die deze warme zondagmiddag aangrepen om het fietspadennet te gaan terroriseren. De eerste twee linies konden ongestoord passeren, de daarop volgende rij oudjes kregen na het sein los, de volle laag. Frappant hoe sommige mensen reageren als er een tros rottende vissen op hun af komt gevlogen. De eerste opa was nog vrij kwiek, en wist met een Tarzanachtige slinger het geschenk te ontwijken, zijn buurman was minder fortuinlijk. De verbazing was hoog in de beukenboom te zien, ook de noodlanding van vissen. Met een beweging van zijn hoofd en een vreselijke gil, waar menig voetballer jaloers op zou zijn, kopte deze grijsaard onvrijwillig het stinkende pakketje.


De paniek die in zwerm grijze duiven uitbrak, was met geen pen te beschrijven.  
Overal vlogen ze heen, en het meurende cadeautje bleef maar rondslingeren, de ene na de andere raken die niet snel genoeg kon wegkomen. De toestand van de vissen werd er ook niet beter op, sterker nog, menig onderdeel was al los geraakt.


Het hoeft geen uitleg dat de luide noodkreten van de oudjes en ons gebrul van het lachen, andere mensen aantrokken. Dit was voor ons het signaal om er van door te gaan. Gillend als eens stel chimpansees die door een woud van brandnetels lopen, maakte wij ons uit de voeten.


En nu, terug denkend aan vroeger, hebben de ouderen ergens wel gelijk. Of het beter was, weet ik niet, wel anders. Maar 1 ding deden wij nooit, vernielen!


De kriebels



Geen opmerkingen:

Een reactie posten