zondag 12 september 2010

Ondeugende pinda's

Een poos geleden was ik bij mijn moeder de zolder aan het opruimen. Oude dingen uitzoeken, van mijn overleden vader en van mijzelf. Tussen een stapel oude boeken zag ik een boek liggen, een boek wat mij vroeger zo in zijn macht had. Ik pakte het boek op, blies voorzichtig het laagje stof er af, en ging op de vloer zitten.


De oude kaft kraakte wat, toen ik het boek opende. Met mooie letters stond er aan de binnenkant geschreven: "Ik hoop dat je van dit boek ook zoveel plezier zal beleven, zoals je het altijd op school had, Thomas". 


De Katjangs, geschreven door J.B. Schuil, heette het boek. Mijn meester had mij dit boek geschonken op mijn laatste lagere school dag, hier uit had hij ons altijd voorgelezen. Het gaat over de avonturen van Tom en Thijs Reedijk op de HBS in Nederland. Tom en Thijs zijn geboren te Palembang, brengen hun lagereschooltijd door in Pontianak en worden voor hun HBS-opleiding naar Nederland gezonden waar zij bij twee tantes in huis komen te wonen.


Het werd stil in de klas, doodstil, toen de meester het boek opende. Heel langzaam begon hij te vertellen, streng in de klas kijkend, hoe de twee broers avonturen beleefden bij hun oude tantes. Alleen al de manier waarop hij vertelde hoe die twee knapen hun oude tantes tot wanhoop dreven, was zo echt, dat je waande er bij geweest te zijn.


Met handbewegingen, zacht fluisterend, dan weer luid sprekend, we zagen het allemaal voor ons gebeuren. Hoe de hond en de kat opgesloten werden om aan elkaar te wennen, het kleine brandje dat ontstond door de kaars. Hij bracht het zo echt, op een manier waarop Jack van Gelder nog een puntje zuigen kan.


Ik klapte het boek weer dicht, en ging verder met het opruimen. Maar het verhaal liet mij niet met rust, erger nog, het hield mij de hele dag bezig. Het boek moest mee naar huis.


's Avonds toen mijn 11 jarige dochter naar bed ging, besloot ik om haar ook te gaan voorlezen, net zoals de meester het deed, en ook uit De Katjangs. Ondanks dat het een jongensboek was, hing ze aan mijn lippen, en genoot met volle teugen van de streken die Tom en Thijs uithaalden.

En nog steeds, naar 34 jaar, verlang ik nog steeds naar het moment op de vrijdagmiddag, een kwartier voor dat de school uitging, waarop de meester het boek op zijn schoot legde en ons mee terug nam naar de begin jaren van de 20e eeuw in het oude Den Haag.

De kriebels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten