Vlak voor de bouwvak, een graadje of 32, kwam ik weer van een dag werken. Ik loop graag achter langs, zodat het huis niet vol zand komt te liggen. Voor de duidelijkheid, in het blok waar wij wonen, hebben we met z'n allen een schutting van planken, die horizontaal liggen.
Goed, ik liep dus achterom, en keek automatisch even bij de buurman door de schutting omdat ik muziek hoorde. Wat ik daar zag, deed mij bijna omvallen. Een lange, slanke, gebruinde dame lag daar topless op een handdoek. Oh hij heeft het goed voor elkaar, dacht ik nog, zelf 1:65 groot, en dan zo'n lange dame.
Mijn buren zijn nu wel, maar waren toen nog niet gescheiden, zij was het huis al wel uit. Ze zijn met een grote ruzie uit elkaar gegaan, helaas moesten wij het van dichtbij meemaken.
Maar goed, achter ons huis aangekomen, zaten er al wat buurtjes aan de picknicktafel. Ik bleek dus niet de enige geweest te zijn die wat gezien had bij de buurman, de mysterieuze topless dame was al door meer gezien.
Het duurde maar even, en het gerucht zoemde door de buurt: 'Pinkeltje heeft nieuwe vriendin!' De buurman had natuurlijk die Geuzennaam aan het formaat van zijn lichaam te danken. De volgende dag lag ze er weer, en het was natuurlijk een drukte van belang achter in de brandgang.
Enkele dagen later fietste ze bij ons langs, we stonden van de avond genieten, en toen zagen we het gezicht op dat prachtig lijf. Wat een contrast, de desillusie, man wat een gezicht, het kon wel een vent zijn! Was Pinkeltje zo wanhopig geworden? De nood zo hoog?
Even later kwam hij bij ons staan, en begon al met zijn hoge stem te piepen; "Het is niet zoals het lijkt!" En wij dan ook nog zo van, hee het geeft niets, op elk potje past wel een dekseltje, en als jij er maar gelukkig mee bent.
Nee, nee, begon hij, het was een een oude schoolvriend van hem, en die had een geslachtsoperatie ondergaan in het UMCG en woonde in de omgeving van Utrecht. Hij was weer terug in het noorden voor controle, en kon geen slaapplaats vinden, vandaar dat hij bij hem sliep. Wel op aparte kamers hoor, voegde Pinkeltje er aan toe.
Niet alles is zoals het lijkt, dat bleek nu ook weer! Pinkeltje heeft wekenlang het verhaal weer moeten uitleggen.
De kriebels
dinsdag 31 augustus 2010
maandag 30 augustus 2010
Een beer van een vent!
Six foot six he stood on the ground, he weighted 235 pounds. But I saw that giant of a man brought down to his knees by love. De eerste 2 zinnen uit 'A Thing Called Love' van Johnny Cash. Ik hoorde dit liedje vanmiddag weer, en het bezorgde mij weer het kippevel wat ik altijd bij dit nummer krijg.
Het zal een jaar of tien geleden zijn, toen een man bij ons aan het werk kwam. Een grote beer van een vent, bijna twee meter, 38 jaar, een geinig ringbaardje, zwaar Amsterdams accent en een perfect gevoel voor humor. Hans heette deze gigant, en was een openbaring als collega. Eindelijk weer eens iemand die van aanpakken wist.
Maar er was ook iets ongrijpbaars aan deze toffe gozer, iets wat je niet kan omschrijven, maar wel voelen. En gesloten, hij was soms zo gesloten en afwezig. Maar goed, hij werkte als een buffel, en och, iedereen heeft wel iets raars.
Nieuwsgierig als ik ben, probeer je toch wat over hem te weten te komen, wat had hij voor dit werk gedaan, waar hij vandaan kwam enzovoort, je kent het wel. Hier over wilde hij echter niet veel kwijt, ja, hij had op een ambulance gewerkt, en had een gezinnetje.
Een aantal weken later, op een heerlijke zomerdag, waren we in de binnenstad van Groningen aan het werk, wat putten plaatsen, hier en daar wat tegelwerk doen. Het was dan ook gezellig druk, veel mensen op de been maar ook veel verkeer. Dus het was weer eens goed uitkijken geblazen, het ongeluk zit in een klein hoekje, en komt altijd onverwacht.
Ook nu kwam het onverwacht..... een kind wat ineens de drukke weg oversteekt, een automobilist die juist dan net niet zijn aandacht bij het verkeer heeft. Met een luide gil de moeder van het kind, en gierende remmen van de auto, werd mijn aandacht getrokken. Toen ik op keek, zag ik Hans daar voor de auto staan, lijkbleek en het kind in zijn reusachtige armen.
Toen Hans het kind aan de huilende moeder had gegeven, kwam hij terug en ging zitten. Zijn glazige ogen werden vochtig, en met een diepe zucht begon hij te vertellen. De laatste ambulance rit die hij had gedaan, was de zwaarste van zijn leven geweest. Met tranen in zijn ogen vertelde hij het relaas. Het was zijn buurjochie van 5 geweest die door een lijnbus was geschept, en hij was zo kapot, zo kapot, vertelde hij verder, er was haast niets meer aan te redden. Albert zei hij, weet je hoe erg het is, als je door de bocht heen rijd, en het bloed stoomt tot voor in de ambulance?
En elke keer als ik die zinnen hoor van dat liedje, denk ik aan Hans, die beer van een vent, die als een zielig hoopje mens daar in de zandbaan zit.
Het hoeft geen betoog om te weten dat ik diep respect voor deze mensen die dag en nacht zich inzetten voor anderen. Ik buig diep voor jullie!
zondag 29 augustus 2010
Helden!!!
Op de avond dat Nederland tegen Braziliƫ voetbalde, stootte ik mijn rechter pols ongelukkig. 's Avonds na de wedstrijd deed de pols zo vreselijk pijn dat ik toch maar naar de huisartsenpost ben gegaan omdat ik het niet vertrouwde, aan de pijn te vernemen kon het wel een breuk zijn. Gelukkig zag de huisarts dit ook, en verwees mij naar het UMCG.
Daar aangekomen, kon ik gelukkig snel geholpen worden met de intake, het maken van foto's en vooral volgepompt worden met pijnstillers. Ik kreeg een mooie mitella om, en moest even wachten.
Tijdens het wachten om opgeroepen te worden door de arts op de uitslag van de foto's te krijgen, werd er iemand met spoed op een brancard naar binnen gebracht.Het zag er niet goed uit, en ik kreeg er kippevel van, al die slangetjes, verplegers die aan het reanimeren waren, brrrr.
Tijdens dit voorval kwam er een rillende vrouw naast mij zitten, ze had het koud. Kwam van de zenuwen zei ze, haar vader lag op sterven, en de familie wachtte op het moment dat hij zijn ogen voor eeuwig zou sluiten. Wij hadden elkaar nooit gezien, maar op een of andere manier werd ze rustig, en kalmeerde wat.
Een zuster kwam aanlopen, en vroeg of ik mee wou lopen, Ik nam afscheid van de vrouw, wenste haar heel veel sterkte, en liep achter de welgevormde verpleegster aan. Een zwarte string en BH zijn niet echt ondergoed die onder een wit verpleegstersuniform moet gaan dragen dacht ik nog, toen ik in een kamer werd geleid.
De dokter komt zo, hoorde ik het goddelijk schepseltje nog zeggen, toen ze gehaast de deur sloot. Nieuwsgierig keek ik om mij heen, och je kent het wel, wat je altijd in een vreemde ruimte doet. Het zo werd een kwartier, en och, nieuwsgierig als ik ben, schoof ik de deur open, om te kijken wat er zo loos was.
En gil klonk, 'we verliezen hem!'. Het bleek uit de kamer naast mij te komen, het was de man die op de brancard was binnen gekomen. Het bleek een motorrijder te zijn die en ernstig ongeval had gehad.
Op dat moment kwam een arts naar mij toe, en vertelde dat de foto's goed bleken te zijn en er was niets gebroken. Een rekverbandje er omheen, en het zou weer goed komen. 'De zuster komt u zo halen' waren zijn laatste woorden, en hij verdween weer.
Na het verbinden en intapen van mijn pols, gingen we op weg naar de auto om naar huis te gaan, We liepen langs de balie om uit te checken, en om die harde werkers te bedanken, toen de vrouw waar ik eerder mee had gepraat mij aanklampte, en me bedankte voor het gesprek.
We gingen verder toen mijn oog op een grijsaard viel die luid stampij maakte. Zijn vrouw was door haar enkel gegaan, en hij eiste dat ze direct werden geholpen. Het arme vrouwtje zat in een rolstoel, en schudde met haar hoofd, ze was het niet eens met hem, maar hij bleef schreeuwen dat het zijn recht was.
Het beeld van de helden die de motorrijder aan het redden waren, flitste voor mij langs, net zoals de vrouw die zo erg rilde. Ik stapte op de ouwe af, en heb hem op de mijn gebruikelijke wijze duidelijk gemaakt dat hij niet zo moest zeuren, en maar op zijn beurt moest wachten.
De man kreeg een rood hoofd, en wist niet wat hij moest zeggen, zijn vrouw die het gade had geslagen gaf mij een knipoog, en glimlachte iets.
De volgende dag las ik dat de motorrijder het ongeval had overleefd, en even hoorde in de verpleger weer roepen 'We verliezen hem'.
Laat dit een eerbetoon zijn aan al die mensen die op de eerste hulp werken van een ziekenhuis, want zij verdienen het, de levensredders!!!
Daar aangekomen, kon ik gelukkig snel geholpen worden met de intake, het maken van foto's en vooral volgepompt worden met pijnstillers. Ik kreeg een mooie mitella om, en moest even wachten.
Tijdens het wachten om opgeroepen te worden door de arts op de uitslag van de foto's te krijgen, werd er iemand met spoed op een brancard naar binnen gebracht.Het zag er niet goed uit, en ik kreeg er kippevel van, al die slangetjes, verplegers die aan het reanimeren waren, brrrr.
Tijdens dit voorval kwam er een rillende vrouw naast mij zitten, ze had het koud. Kwam van de zenuwen zei ze, haar vader lag op sterven, en de familie wachtte op het moment dat hij zijn ogen voor eeuwig zou sluiten. Wij hadden elkaar nooit gezien, maar op een of andere manier werd ze rustig, en kalmeerde wat.
Een zuster kwam aanlopen, en vroeg of ik mee wou lopen, Ik nam afscheid van de vrouw, wenste haar heel veel sterkte, en liep achter de welgevormde verpleegster aan. Een zwarte string en BH zijn niet echt ondergoed die onder een wit verpleegstersuniform moet gaan dragen dacht ik nog, toen ik in een kamer werd geleid.
De dokter komt zo, hoorde ik het goddelijk schepseltje nog zeggen, toen ze gehaast de deur sloot. Nieuwsgierig keek ik om mij heen, och je kent het wel, wat je altijd in een vreemde ruimte doet. Het zo werd een kwartier, en och, nieuwsgierig als ik ben, schoof ik de deur open, om te kijken wat er zo loos was.
En gil klonk, 'we verliezen hem!'. Het bleek uit de kamer naast mij te komen, het was de man die op de brancard was binnen gekomen. Het bleek een motorrijder te zijn die en ernstig ongeval had gehad.
Op dat moment kwam een arts naar mij toe, en vertelde dat de foto's goed bleken te zijn en er was niets gebroken. Een rekverbandje er omheen, en het zou weer goed komen. 'De zuster komt u zo halen' waren zijn laatste woorden, en hij verdween weer.
Na het verbinden en intapen van mijn pols, gingen we op weg naar de auto om naar huis te gaan, We liepen langs de balie om uit te checken, en om die harde werkers te bedanken, toen de vrouw waar ik eerder mee had gepraat mij aanklampte, en me bedankte voor het gesprek.
We gingen verder toen mijn oog op een grijsaard viel die luid stampij maakte. Zijn vrouw was door haar enkel gegaan, en hij eiste dat ze direct werden geholpen. Het arme vrouwtje zat in een rolstoel, en schudde met haar hoofd, ze was het niet eens met hem, maar hij bleef schreeuwen dat het zijn recht was.
Het beeld van de helden die de motorrijder aan het redden waren, flitste voor mij langs, net zoals de vrouw die zo erg rilde. Ik stapte op de ouwe af, en heb hem op de mijn gebruikelijke wijze duidelijk gemaakt dat hij niet zo moest zeuren, en maar op zijn beurt moest wachten.
De man kreeg een rood hoofd, en wist niet wat hij moest zeggen, zijn vrouw die het gade had geslagen gaf mij een knipoog, en glimlachte iets.
De volgende dag las ik dat de motorrijder het ongeval had overleefd, en even hoorde in de verpleger weer roepen 'We verliezen hem'.
Laat dit een eerbetoon zijn aan al die mensen die op de eerste hulp werken van een ziekenhuis, want zij verdienen het, de levensredders!!!
Stinkende wraak kan ook zoet zijn
Ach, je kent ze wel, die figuren die proberen anderen voor hun geintjes te laten op draaien. Fijne personen die over 't algemeen hun Waterloo op een gegeven ogenblik wel vinden. Soms op een positieve manier, maar meestal door schade en schande. Het spreekwoord 'Boontje komt om zijn loontje' gaat dan vaak op.
Toen de dagen korter werden, eind jaren '70, verlegden wij onze aandacht van het wat rondhangen op de gebruikelijke plekjes, naar de wat actievere bezigheden als raampje tikken, belletje trekken en andere dingen die in onze geest opborrelden. Een van deze breinscheten was het ordinaire 'de druipende hondendrol', grote hondendrollen tegen een raam aansmijten als het regende. Na met een grote slinger tegen een groot raam aan beland te zijn, begonnen de weggeworpen uitwerpselen aan hun weg naar beneden. Begrijpelijk leidde dit tot grote ergernissen bij de slachtoffers, die vaak vloekend en tierend hun huis uit stormden, om de inmiddels verdwenen blagen hun oren te wassen.
Het duurde niet lang voordat de slachtoffers het spelletje in de gaten hadden, en menigeen uit de groep werd gesnapt. Dit kwam ook mede door het feit dat er iemand in de groep, namen doorspeelde naar de vijand! Verraad! En dat binnen de groep! Wie was het?! Paniek sloeg toe, dit fenomeen kenden wij niet, wij waren altijd een hechte groep. Het was nog net geen jenever, turf en achterdocht bij ons, het zooitje ongeregeld, maar het was close, pretty close!
Nu viel snel de verdenking op een wat oudere jongen die recentelijk bij ons opdrong. Deze knaap, iets groter en ouder dan ons, had er veel genoegen in, tegen het sadistische aan, als we weer eens betrapt werden. Het begon ook op te vallen, als er iemand van ons gepakt werd, het nooit die slungel was. Laten wij deze slungel maar Harry gaan noemen.
Wij stoere LTSers, zo heette dat vroeger (even voor de mensen die niet de term LTS kennen, dit was de voorloper van het VMBO), hadden verschillende lesroosters, dus samenklitten kon alleen 's avonds. Nu waren een paar jongens eerder vrij dan de rest van de bende, en zagen Harry slungelig voor op fietsen. Op een manier waarvan Sherlock Holmes en James Bond het schaamrood op de kaken zou knallen, besloten ze hem maar eens te volgen.
Het duurde niet lang, toen ze de zorgvuldig geobserveerde Harry naar het doel van die avond zagen gaan. Met een grote grijns op zijn gezicht, en een reep chocolade sloop Harry het huis weer uit. Hij slingerde zich op zijn fiets en verdween richting zijn huis.
Het was vanzelfsprekend dat dit rond ging als een vuurtje, Harry was de verrader, de Judas die ons had verkocht voor chocolade! Daar kon deze Balthasar Gerards natuurlijk niet ongestraft mee weg komen. Een val moest gezet worden, de wraak moest zoet zijn, het kreng moest lijden.
Als snel werd een plan bedacht. De ramen in de buurt waren al weer te lang te schoon, en daar moest verandering in komen. We gingen de opzet helemaal anders doen. Voor dat de bruine lading naar het raam zou worden gesmeten, werd er een nog groter exemplaar voor de deur gelegd. Die zou toekomstige achtervolgers wel ontmoedigen of afleiden.
Bij de gedachte dat er iemand zijn huis uit zou stormen, door de zorgvuldig geplaatste keutel uitgleed en een dubbele cherry overflip zou maken, gingen wij in het donker op oorlogspad. De rollen werden verdeeld, het doelwit was gekozen, de munitie stond op scherp, niets kon ons meer tegen houden.
Harry, normaal al aan het genieten van zijn laffe verraad, werd steeds zenuwachtiger. Het lot had bepaald dat hij het secreet van een grote hond voor de deur moest leggen. Dat wij het lot hadden geholpen wist hij niet, en och, hij hoefde dat ook niet te weten. Voorzichtig sloop hij naar de voordeur, ging op zijn knieƫn liggen, en deed zijn best om die grote bruine jongen perfect te plaatsen.
Juist op dat moment, zeilde er een knoert van een keutel over Harry heen, en kwam met een vochtige, doffe knal tegen het raam tot stilstand. Dat wij dit met opzet deden, kon hij niet bevroeden. Na een paar tellen vloog de voordeur open, wij alle kanten op, en arme Harry, hij zat daar op de grond.
De bewoner en twee zonen schoten naar buiten met krachttermen die ik hier maar niet zal herhalen. De groep was uit elkaar gespat en zocht een veilig heenkomen. Mijn geluk waren de bosjes in het plantsoen tegen over het huis, op een meter of 15 van de ongelukkige Harry,waar ik met een grote snoekduik insprong.
En Harry, ongelukkige Harry... de slungel werd door de zonen goed in de mangel genomen. Hij smeekte het uit, hij had het niet gedaan. Het ging lekker daar, op heterdaad betrapt worden, en nog proberen het een ander in de schoenen te schuiven. Die knapen hadden het ook al geschoten, ze hadden de juiste te pakken en begonnen harder aan de stumper te trekken en duwen. Hoe harder ze het deden, hoe harder Harry liet horen horen dat hij het niet had gedaan.
Tijdens het tumult wat zich daar afspeelde, zagen wij de kans schoon om er vandoor te gaan en ons te verzamelen bij het hangplekje. Daar aan gekomen hoorden wij de stumper nog zijn onschuld bepleiten, dit inmiddels al op een niveau waar een gemiddelde Gorilla nog van zou blozen, en lagen dubbel van het lachen.
En Harry? Hem was de lol vergaan om nog langer streken met ons uit te halen.
De kriebels
Toen de dagen korter werden, eind jaren '70, verlegden wij onze aandacht van het wat rondhangen op de gebruikelijke plekjes, naar de wat actievere bezigheden als raampje tikken, belletje trekken en andere dingen die in onze geest opborrelden. Een van deze breinscheten was het ordinaire 'de druipende hondendrol', grote hondendrollen tegen een raam aansmijten als het regende. Na met een grote slinger tegen een groot raam aan beland te zijn, begonnen de weggeworpen uitwerpselen aan hun weg naar beneden. Begrijpelijk leidde dit tot grote ergernissen bij de slachtoffers, die vaak vloekend en tierend hun huis uit stormden, om de inmiddels verdwenen blagen hun oren te wassen.
Het duurde niet lang voordat de slachtoffers het spelletje in de gaten hadden, en menigeen uit de groep werd gesnapt. Dit kwam ook mede door het feit dat er iemand in de groep, namen doorspeelde naar de vijand! Verraad! En dat binnen de groep! Wie was het?! Paniek sloeg toe, dit fenomeen kenden wij niet, wij waren altijd een hechte groep. Het was nog net geen jenever, turf en achterdocht bij ons, het zooitje ongeregeld, maar het was close, pretty close!
Nu viel snel de verdenking op een wat oudere jongen die recentelijk bij ons opdrong. Deze knaap, iets groter en ouder dan ons, had er veel genoegen in, tegen het sadistische aan, als we weer eens betrapt werden. Het begon ook op te vallen, als er iemand van ons gepakt werd, het nooit die slungel was. Laten wij deze slungel maar Harry gaan noemen.
Wij stoere LTSers, zo heette dat vroeger (even voor de mensen die niet de term LTS kennen, dit was de voorloper van het VMBO), hadden verschillende lesroosters, dus samenklitten kon alleen 's avonds. Nu waren een paar jongens eerder vrij dan de rest van de bende, en zagen Harry slungelig voor op fietsen. Op een manier waarvan Sherlock Holmes en James Bond het schaamrood op de kaken zou knallen, besloten ze hem maar eens te volgen.
Het duurde niet lang, toen ze de zorgvuldig geobserveerde Harry naar het doel van die avond zagen gaan. Met een grote grijns op zijn gezicht, en een reep chocolade sloop Harry het huis weer uit. Hij slingerde zich op zijn fiets en verdween richting zijn huis.
Het was vanzelfsprekend dat dit rond ging als een vuurtje, Harry was de verrader, de Judas die ons had verkocht voor chocolade! Daar kon deze Balthasar Gerards natuurlijk niet ongestraft mee weg komen. Een val moest gezet worden, de wraak moest zoet zijn, het kreng moest lijden.
Als snel werd een plan bedacht. De ramen in de buurt waren al weer te lang te schoon, en daar moest verandering in komen. We gingen de opzet helemaal anders doen. Voor dat de bruine lading naar het raam zou worden gesmeten, werd er een nog groter exemplaar voor de deur gelegd. Die zou toekomstige achtervolgers wel ontmoedigen of afleiden.
Bij de gedachte dat er iemand zijn huis uit zou stormen, door de zorgvuldig geplaatste keutel uitgleed en een dubbele cherry overflip zou maken, gingen wij in het donker op oorlogspad. De rollen werden verdeeld, het doelwit was gekozen, de munitie stond op scherp, niets kon ons meer tegen houden.
Harry, normaal al aan het genieten van zijn laffe verraad, werd steeds zenuwachtiger. Het lot had bepaald dat hij het secreet van een grote hond voor de deur moest leggen. Dat wij het lot hadden geholpen wist hij niet, en och, hij hoefde dat ook niet te weten. Voorzichtig sloop hij naar de voordeur, ging op zijn knieƫn liggen, en deed zijn best om die grote bruine jongen perfect te plaatsen.
Juist op dat moment, zeilde er een knoert van een keutel over Harry heen, en kwam met een vochtige, doffe knal tegen het raam tot stilstand. Dat wij dit met opzet deden, kon hij niet bevroeden. Na een paar tellen vloog de voordeur open, wij alle kanten op, en arme Harry, hij zat daar op de grond.
De bewoner en twee zonen schoten naar buiten met krachttermen die ik hier maar niet zal herhalen. De groep was uit elkaar gespat en zocht een veilig heenkomen. Mijn geluk waren de bosjes in het plantsoen tegen over het huis, op een meter of 15 van de ongelukkige Harry,waar ik met een grote snoekduik insprong.
En Harry, ongelukkige Harry... de slungel werd door de zonen goed in de mangel genomen. Hij smeekte het uit, hij had het niet gedaan. Het ging lekker daar, op heterdaad betrapt worden, en nog proberen het een ander in de schoenen te schuiven. Die knapen hadden het ook al geschoten, ze hadden de juiste te pakken en begonnen harder aan de stumper te trekken en duwen. Hoe harder ze het deden, hoe harder Harry liet horen horen dat hij het niet had gedaan.
Tijdens het tumult wat zich daar afspeelde, zagen wij de kans schoon om er vandoor te gaan en ons te verzamelen bij het hangplekje. Daar aan gekomen hoorden wij de stumper nog zijn onschuld bepleiten, dit inmiddels al op een niveau waar een gemiddelde Gorilla nog van zou blozen, en lagen dubbel van het lachen.
En Harry? Hem was de lol vergaan om nog langer streken met ons uit te halen.
De kriebels
zaterdag 28 augustus 2010
Zie maar wat je er mee doet
Vragen om meer volgers op Twitter, dat is iets wat ik normaal nooit zou doen. Ik vind dat ik dat niet nodig heb, liever een kleine schare leuke volgers, dan pronken met honderden waarvan je misschien niet eens met driekwart contact hebt.
Het opbouwen van een goed en degelijk sociaal netwerk vereist kennis van alle onderdelen, zelfs het kleinste schroefje moet je kennen. Een regelmatige inspectie houdt het systeem goed draaiende, en alleen zo haal je het hoogste rendement uit je netwerk.
Naar mijn mening leer je zo ook de mensen kennen, die achter een gebruikersnaam verscholen zitten. Hun dagelijkse beslommeringen, wat er in ze leeft, de dromen die ze proberen te verwezenlijken, noem het maar op. Ook een groot voordeel is in mijn visie, dat je je eigen ei kwijt kan, wat op zich zelf ook erg belangrijk kan zijn. Het doet mij dan ook veel plezier veel van deze mensen te hebben leren kennen.
Met een eigen stijl dat zo mij weergeeft probeer ik mensen aan het lachen te maken, goed te laten voelen, zoals ik mij ook graag zou willen voelen. Soms lukt dat niet, vaak door gebrek aan humor, sociaal niet vaardig zijn om enthousiasme te erkennen en te accepteren. Deze zandkorrels die het systeem zouden kunnen gaan blokkeren, worden dan ook zo snel mogelijk verwijderd. Ook hoort het ondeugende bij mij, een mooie vrouw krijgt ook te horen dat ze mooi is, een toffe gozer zal dat ook merken. Can't deal with it? It's your loss!!!
Nu betrapte ik mij vanochtend bijna er op, om voor meer volgers te gaan smeken. Heel even, maar ik schrok er wel van. Nieuwe volgers zijn fijn, zeker als je ze leert kennen, maar als dat geleidelijk gaat, word je netwerk sterker. En bij een sterk sociaal netwerk heb je het meeste baat.
Dus ik houd mij in, en laat alles over mij heen komen. Kwalitatieve goede volgers komen toch wel, daar hoef je niet om te smeken en bedelen!
De kriebels
Het opbouwen van een goed en degelijk sociaal netwerk vereist kennis van alle onderdelen, zelfs het kleinste schroefje moet je kennen. Een regelmatige inspectie houdt het systeem goed draaiende, en alleen zo haal je het hoogste rendement uit je netwerk.
Naar mijn mening leer je zo ook de mensen kennen, die achter een gebruikersnaam verscholen zitten. Hun dagelijkse beslommeringen, wat er in ze leeft, de dromen die ze proberen te verwezenlijken, noem het maar op. Ook een groot voordeel is in mijn visie, dat je je eigen ei kwijt kan, wat op zich zelf ook erg belangrijk kan zijn. Het doet mij dan ook veel plezier veel van deze mensen te hebben leren kennen.
Met een eigen stijl dat zo mij weergeeft probeer ik mensen aan het lachen te maken, goed te laten voelen, zoals ik mij ook graag zou willen voelen. Soms lukt dat niet, vaak door gebrek aan humor, sociaal niet vaardig zijn om enthousiasme te erkennen en te accepteren. Deze zandkorrels die het systeem zouden kunnen gaan blokkeren, worden dan ook zo snel mogelijk verwijderd. Ook hoort het ondeugende bij mij, een mooie vrouw krijgt ook te horen dat ze mooi is, een toffe gozer zal dat ook merken. Can't deal with it? It's your loss!!!
Nu betrapte ik mij vanochtend bijna er op, om voor meer volgers te gaan smeken. Heel even, maar ik schrok er wel van. Nieuwe volgers zijn fijn, zeker als je ze leert kennen, maar als dat geleidelijk gaat, word je netwerk sterker. En bij een sterk sociaal netwerk heb je het meeste baat.
Dus ik houd mij in, en laat alles over mij heen komen. Kwalitatieve goede volgers komen toch wel, daar hoef je niet om te smeken en bedelen!
De kriebels
vrijdag 27 augustus 2010
De film van ome Willem
Het leven van een stratenmaker gaat niet altijd over rozen, soms sta je er ook tussen te werken, niet vrijwillig, maar het is werk.
Op een warme, broeierige september ochtend werd ik bij de schoffelbrigade van de werkgever toegevoegd. Het duurde nog 2 dagen voordat ik een nieuw project kon opstarten, dus mijn werkgever leek het wel een goed idee om mij in de tuinonderhoud te plaatsen.
Nu vind ik tuinonderhoud niet erg om te doen, sterker nog het heeft wel iets. Echter, kilometers schoffelen op een dag is niet zo mijn ding. Maar goed, er zijn collega's die het wel leuk werk vinden, prima, ik dus niet. Na enige malen mijn enthousiasme niet de onder stoelen en banken gestoken te hebben, gingen we op pad.
Onderweg naar de klus, gaan je collega's je ook nog even motiveren. Enkele studentenflats in Groningen waren het doel, mooi werk man, zei de voorman, een kleine, door de zon gebruinde man. Deze man, ook wel zwarte Willem genoemd, ging helemaal op in zijn werk als chef onkruidwieden. Ik kon helaas zijn begeestering voor zijn vak niet delen, en oo wee, wat zou ik gelijk krijgen.
Het is de toekomst voor een land, het zijn toekomstige artsen, advocaten, noem ze maar op, allemaal mensen die later een voorbeeld functie gaan bekleden. In de volksmond staat zo iemand ook wel bekend als de student. Mensen, waar van je verwacht dat ze een hoog verantwoordelijkheidsgevoel hebben. Deze keer zat ik er naast....
Op de plek des onheils aangekomen werd het gereedschap uitgeladen en Willem begon aan de taakverdeling. Dit bleek puur routine, want de andere collega's sjokten al naar de voorkant van de eerste flat, alleen ik bleef staan, en hoorde het verhaal aan. Het was al snel duidelijk wat de bedoeling was, met de schoffel door het groen wat zich om de flat bevond. Alles wat niet in de bosjes thuis hoorde, moest eruit, duidelijke zaak dus.
Met frisse tegenzin, begaf ik mij naar de startlijn om een andere collega te gaan vergezellen in deze strijd tegen het ongewenste groen wat weelderig tierde. Na een minuut of tien buffelen op het gereedschap, kwamen wij voor bij een keuken, althans daar had die ruimte enige tekens van. Drie friteuses stonden in een slagorde opgesteld, klaar voor gebruik. Door het hevige gebruik was de oorspronkelijke kleur veranderd in een bijna zwarte, bruinige gloed.
De hele keuken leek wel de kelder uit "The Munsters", overal hingen stofslierten waar zich vet vast aan had gezet. Vliegen vlogen er opmerkelijk niet rond, bij een nadere inspectie bleek dat die vast bleven zitten waar ze landden.
De temperatuur had inmiddels ook al de 25+ graden bereikt toen we bij de hogere beplanting aankwamen. De weeĆÆge geur van ontbinden begon zich langzaam meester te maken van mijn reukorgaan, en ik bevroedde dat dit niet veel goeds ging betekenen.
En snel werden mijn vermoedens werkelijkheid, overblijfselen van vele maaltijden die van 4 hoog naar beneden waren geflikkerd, keken mij met een enge blik aan. De koffie kwam bijna omhoog, en ik deed een stap terug. Zwarte Willem had dat schijnbaar verwacht en kwam er met veel misbaar aanzetten dat ik door moest gaan en me niet moest aanstellen. Om mij niet te laten kennen deed ik een tweede poging, wederom met het effect dat ik bijna over mijn nek ging.
Op dat moment riep Willem dat ik een mietje was, en door moest zetten. Nu was hij zelf niet het type dat snel werken had uitgevonden, dus ik liep naar hem toe, drukte de schoffel in zijn handen en zei dat hij het dan maar even voor moest doen. Parmantig spuugde het kereltje zich in zijn handen en liep naar de struiken. 'Kijk zo doe je dat' wilde hij net zeggen, toen een pan macaroni rakelings langs zijn hoofd scheerde. In de slipstream vloog zijn petje van zijn hoofd en Willem bewoog niet meer!
Met het beeld voor ogen dat hij een knoepert van een hoofdwond had, vloog een collega naar hem toe, om de schade op te nemen. Langzaam draaide hij zich om, lijkbleek van de schrik, versiert met instaat van ontbinding zijnde macaroni, fluisterde Willem dat we het gereedschap maar op de auto moesten leggen. We gingen terug naar de zaak.
Willem heeft enkele dagen thuis gezeten, het was hem allemaal even teveel geworden.
Sindsdien kijk ik toch heel anders tegen mensen die gestudeerd hebben dan voorheen, en menigmaal flitst het bleke bekkie van zwarte Willem weer voor mijn ogen langs, bedekt met de macaroni.
De kriebels
Op een warme, broeierige september ochtend werd ik bij de schoffelbrigade van de werkgever toegevoegd. Het duurde nog 2 dagen voordat ik een nieuw project kon opstarten, dus mijn werkgever leek het wel een goed idee om mij in de tuinonderhoud te plaatsen.
Nu vind ik tuinonderhoud niet erg om te doen, sterker nog het heeft wel iets. Echter, kilometers schoffelen op een dag is niet zo mijn ding. Maar goed, er zijn collega's die het wel leuk werk vinden, prima, ik dus niet. Na enige malen mijn enthousiasme niet de onder stoelen en banken gestoken te hebben, gingen we op pad.
Onderweg naar de klus, gaan je collega's je ook nog even motiveren. Enkele studentenflats in Groningen waren het doel, mooi werk man, zei de voorman, een kleine, door de zon gebruinde man. Deze man, ook wel zwarte Willem genoemd, ging helemaal op in zijn werk als chef onkruidwieden. Ik kon helaas zijn begeestering voor zijn vak niet delen, en oo wee, wat zou ik gelijk krijgen.
Het is de toekomst voor een land, het zijn toekomstige artsen, advocaten, noem ze maar op, allemaal mensen die later een voorbeeld functie gaan bekleden. In de volksmond staat zo iemand ook wel bekend als de student. Mensen, waar van je verwacht dat ze een hoog verantwoordelijkheidsgevoel hebben. Deze keer zat ik er naast....
Op de plek des onheils aangekomen werd het gereedschap uitgeladen en Willem begon aan de taakverdeling. Dit bleek puur routine, want de andere collega's sjokten al naar de voorkant van de eerste flat, alleen ik bleef staan, en hoorde het verhaal aan. Het was al snel duidelijk wat de bedoeling was, met de schoffel door het groen wat zich om de flat bevond. Alles wat niet in de bosjes thuis hoorde, moest eruit, duidelijke zaak dus.
Met frisse tegenzin, begaf ik mij naar de startlijn om een andere collega te gaan vergezellen in deze strijd tegen het ongewenste groen wat weelderig tierde. Na een minuut of tien buffelen op het gereedschap, kwamen wij voor bij een keuken, althans daar had die ruimte enige tekens van. Drie friteuses stonden in een slagorde opgesteld, klaar voor gebruik. Door het hevige gebruik was de oorspronkelijke kleur veranderd in een bijna zwarte, bruinige gloed.
De hele keuken leek wel de kelder uit "The Munsters", overal hingen stofslierten waar zich vet vast aan had gezet. Vliegen vlogen er opmerkelijk niet rond, bij een nadere inspectie bleek dat die vast bleven zitten waar ze landden.
De temperatuur had inmiddels ook al de 25+ graden bereikt toen we bij de hogere beplanting aankwamen. De weeĆÆge geur van ontbinden begon zich langzaam meester te maken van mijn reukorgaan, en ik bevroedde dat dit niet veel goeds ging betekenen.
En snel werden mijn vermoedens werkelijkheid, overblijfselen van vele maaltijden die van 4 hoog naar beneden waren geflikkerd, keken mij met een enge blik aan. De koffie kwam bijna omhoog, en ik deed een stap terug. Zwarte Willem had dat schijnbaar verwacht en kwam er met veel misbaar aanzetten dat ik door moest gaan en me niet moest aanstellen. Om mij niet te laten kennen deed ik een tweede poging, wederom met het effect dat ik bijna over mijn nek ging.
Op dat moment riep Willem dat ik een mietje was, en door moest zetten. Nu was hij zelf niet het type dat snel werken had uitgevonden, dus ik liep naar hem toe, drukte de schoffel in zijn handen en zei dat hij het dan maar even voor moest doen. Parmantig spuugde het kereltje zich in zijn handen en liep naar de struiken. 'Kijk zo doe je dat' wilde hij net zeggen, toen een pan macaroni rakelings langs zijn hoofd scheerde. In de slipstream vloog zijn petje van zijn hoofd en Willem bewoog niet meer!
Met het beeld voor ogen dat hij een knoepert van een hoofdwond had, vloog een collega naar hem toe, om de schade op te nemen. Langzaam draaide hij zich om, lijkbleek van de schrik, versiert met instaat van ontbinding zijnde macaroni, fluisterde Willem dat we het gereedschap maar op de auto moesten leggen. We gingen terug naar de zaak.
Willem heeft enkele dagen thuis gezeten, het was hem allemaal even teveel geworden.
Sindsdien kijk ik toch heel anders tegen mensen die gestudeerd hebben dan voorheen, en menigmaal flitst het bleke bekkie van zwarte Willem weer voor mijn ogen langs, bedekt met de macaroni.
De kriebels
donderdag 26 augustus 2010
Zondag, visdag
Vroeger, vroeger was alles beter, dat weten oudjes je haarfijn te vertellen, zeker als het om de jeugd van vandaag gaat. Ik wuifde dat nostalgisch gezemel altijd met een glimlach weg. Immers, na verloop van tijd ga je selectief herinneren, elke winter was een strenge, elke zomer kende op z'n minst een hittegolf en begon al in mei.
Vanochtend toen ik de deur uitstapte zag ik wat de hangjeugd gisteravond weer had uitgevreten. Vuurtje gestookt in afvalbak, speeltoestellen beklad en vernield, en een bende achter gelaten.
Nou, zulke dingen deden wij dus vroeger echt niet, wel ondeugend, maar vernielen was er niet bij. Dat kwam bij ons niet op, wij waren creatief met vrije tijd, al heeft dat misschien menig mens nog een pijnlijke ervaring achter gelaten.
Het was een zomer, die begon al in mei, en in het laatste weekend van de vakantie hingen wij bij een grote vijver, zoals gewoonlijk in die tijd, rond en broedden wij weer op kattekwaad. Langs de vijver werd een nieuwe weg aangelegd, een riooloverloop op de vijver aangesloten en huizen gebouwd.
Die vrijdag had de zomer weer een zo'n onweersbui gebracht die we vroeger alleen hadden, en er voor gezorgd dat er veel rioolwater in de vijver was gelopen. Combineer dat met de hoge temperaturen, en de visstand in de vijver, en je hebt het ideale recept om je te vermaken.
Het hoeft verder geen uitleg dat alle vissen in de vijver dood waren, in die tijd nam men het niet zo nauwkeurig met milieuwetgeving, dus er begon al een aardig luchtje te hangen. Een eindje verder op lag het materiaal van de wegenbouwers, putten, rioolbuizen in allerlei maten, zo klaar voor gebruik. Die kans lieten wij ons niet voorbij gaan, de hevig ontbindende vissen werden massaal in het gereed liggende materiaal gepropt, dit met de gedachte dat er maandagmorgen weer heerlijk gevloekt zou worden door diegene die de eer had om er mee te mogen werken.
Maar..... ons jeugdig ongeduld smeekte om direct resultaat! Elkaar met rottende vis om de oren slaan was geen optie, dus er diende een andere oplossing te komen, en met spoed! Het ene na de ander onschuldig voorstel werd afgeschoten, en de tijd begon te dringen.
Zoals altijd, als de nood het hoogst is, dan is de oplossing nabij. Het moest een variatie worden op het alom bekend spelletje 'portemonneetje trekken', maar dan met dode vis. Er werd een plastic zak geregeld en een stuk touw, en als een roedel bloeddorstige wolven trokken wij er op los, op naar het fietspad in het grote bos. Bij het plaats delict aangekomen, was het een ruw ontwaken dat de mensen niet zo snel grepen naar een vis die in staat van ontbinding dan naar een knip die op het fietspad lag. Dit vereiste een aanpassing van ons strijdplan!
Die werd snel gevonden, hup een boom in, en de plastic zak met de onwelriekende inhoud mee, als mede ook het touw. Nadat wij ons strategisch ten opzichte van potentiƫle slachtoffers hadden opgesteld, kon het snode plan in werking treden.
De eerste slachtoffers waren, jawel het kon ook niet anders, een kudde bejaarden die deze warme zondagmiddag aangrepen om het fietspadennet te gaan terroriseren. De eerste twee linies konden ongestoord passeren, de daarop volgende rij oudjes kregen na het sein los, de volle laag. Frappant hoe sommige mensen reageren als er een tros rottende vissen op hun af komt gevlogen. De eerste opa was nog vrij kwiek, en wist met een Tarzanachtige slinger het geschenk te ontwijken, zijn buurman was minder fortuinlijk. De verbazing was hoog in de beukenboom te zien, ook de noodlanding van vissen. Met een beweging van zijn hoofd en een vreselijke gil, waar menig voetballer jaloers op zou zijn, kopte deze grijsaard onvrijwillig het stinkende pakketje.
De paniek die in zwerm grijze duiven uitbrak, was met geen pen te beschrijven.
Overal vlogen ze heen, en het meurende cadeautje bleef maar rondslingeren, de ene na de andere raken die niet snel genoeg kon wegkomen. De toestand van de vissen werd er ook niet beter op, sterker nog, menig onderdeel was al los geraakt.
Het hoeft geen uitleg dat de luide noodkreten van de oudjes en ons gebrul van het lachen, andere mensen aantrokken. Dit was voor ons het signaal om er van door te gaan. Gillend als eens stel chimpansees die door een woud van brandnetels lopen, maakte wij ons uit de voeten.
En nu, terug denkend aan vroeger, hebben de ouderen ergens wel gelijk. Of het beter was, weet ik niet, wel anders. Maar 1 ding deden wij nooit, vernielen!
De kriebels
Vanochtend toen ik de deur uitstapte zag ik wat de hangjeugd gisteravond weer had uitgevreten. Vuurtje gestookt in afvalbak, speeltoestellen beklad en vernield, en een bende achter gelaten.
Nou, zulke dingen deden wij dus vroeger echt niet, wel ondeugend, maar vernielen was er niet bij. Dat kwam bij ons niet op, wij waren creatief met vrije tijd, al heeft dat misschien menig mens nog een pijnlijke ervaring achter gelaten.
Het was een zomer, die begon al in mei, en in het laatste weekend van de vakantie hingen wij bij een grote vijver, zoals gewoonlijk in die tijd, rond en broedden wij weer op kattekwaad. Langs de vijver werd een nieuwe weg aangelegd, een riooloverloop op de vijver aangesloten en huizen gebouwd.
Die vrijdag had de zomer weer een zo'n onweersbui gebracht die we vroeger alleen hadden, en er voor gezorgd dat er veel rioolwater in de vijver was gelopen. Combineer dat met de hoge temperaturen, en de visstand in de vijver, en je hebt het ideale recept om je te vermaken.
Het hoeft verder geen uitleg dat alle vissen in de vijver dood waren, in die tijd nam men het niet zo nauwkeurig met milieuwetgeving, dus er begon al een aardig luchtje te hangen. Een eindje verder op lag het materiaal van de wegenbouwers, putten, rioolbuizen in allerlei maten, zo klaar voor gebruik. Die kans lieten wij ons niet voorbij gaan, de hevig ontbindende vissen werden massaal in het gereed liggende materiaal gepropt, dit met de gedachte dat er maandagmorgen weer heerlijk gevloekt zou worden door diegene die de eer had om er mee te mogen werken.
Maar..... ons jeugdig ongeduld smeekte om direct resultaat! Elkaar met rottende vis om de oren slaan was geen optie, dus er diende een andere oplossing te komen, en met spoed! Het ene na de ander onschuldig voorstel werd afgeschoten, en de tijd begon te dringen.
Zoals altijd, als de nood het hoogst is, dan is de oplossing nabij. Het moest een variatie worden op het alom bekend spelletje 'portemonneetje trekken', maar dan met dode vis. Er werd een plastic zak geregeld en een stuk touw, en als een roedel bloeddorstige wolven trokken wij er op los, op naar het fietspad in het grote bos. Bij het plaats delict aangekomen, was het een ruw ontwaken dat de mensen niet zo snel grepen naar een vis die in staat van ontbinding dan naar een knip die op het fietspad lag. Dit vereiste een aanpassing van ons strijdplan!
Die werd snel gevonden, hup een boom in, en de plastic zak met de onwelriekende inhoud mee, als mede ook het touw. Nadat wij ons strategisch ten opzichte van potentiƫle slachtoffers hadden opgesteld, kon het snode plan in werking treden.
De eerste slachtoffers waren, jawel het kon ook niet anders, een kudde bejaarden die deze warme zondagmiddag aangrepen om het fietspadennet te gaan terroriseren. De eerste twee linies konden ongestoord passeren, de daarop volgende rij oudjes kregen na het sein los, de volle laag. Frappant hoe sommige mensen reageren als er een tros rottende vissen op hun af komt gevlogen. De eerste opa was nog vrij kwiek, en wist met een Tarzanachtige slinger het geschenk te ontwijken, zijn buurman was minder fortuinlijk. De verbazing was hoog in de beukenboom te zien, ook de noodlanding van vissen. Met een beweging van zijn hoofd en een vreselijke gil, waar menig voetballer jaloers op zou zijn, kopte deze grijsaard onvrijwillig het stinkende pakketje.
De paniek die in zwerm grijze duiven uitbrak, was met geen pen te beschrijven.
Overal vlogen ze heen, en het meurende cadeautje bleef maar rondslingeren, de ene na de andere raken die niet snel genoeg kon wegkomen. De toestand van de vissen werd er ook niet beter op, sterker nog, menig onderdeel was al los geraakt.
Het hoeft geen uitleg dat de luide noodkreten van de oudjes en ons gebrul van het lachen, andere mensen aantrokken. Dit was voor ons het signaal om er van door te gaan. Gillend als eens stel chimpansees die door een woud van brandnetels lopen, maakte wij ons uit de voeten.
En nu, terug denkend aan vroeger, hebben de ouderen ergens wel gelijk. Of het beter was, weet ik niet, wel anders. Maar 1 ding deden wij nooit, vernielen!
De kriebels
woensdag 25 augustus 2010
Wie het weet, mag het zeggen!
De mens zoekt voor het onbekende wat hij ziet of meemaakt een verklaring. In vroegere tijden werden onverklaarbare dingen aan een God of een andere opperwezen toegeschreven. Maar is er wel voor alles wel een verklaring? Ik zou het niet weten. Is er werkelijk iets meer tussen hemel en aarde, meer dan we kunnen bevroeden?
Een jaar of elf zal ik geweest zijn, toen mijn grootmoeder overleed. Ik was op het waddeneiland Vlieland op zomerkamp, en mijn ouders vonder het niet nodig mij op de hoogte stellen van dit groot verlies. Het werd mij zo terloops verteld toen ik thuis kwam. In die tijd hing er bij ons thuis een groot taboe op de dood, dus op de vragen over hoe oma was overleden, en vooral waarom, werden met een boze blik afgedaan.
Ruim een maand later gingen mijn zusje en ik bij opa logeren. Wij gingen er altijd graag heen, het was er altijd rustig, en legio leuke plekjes om te spelen in en om de boerderij. Deze keer was het echter anders, tenminste dat gevoel hadden wij. Oma was er niet meer, en opa was steeds verdrietig. Als kind maakt het een erg grote indruk op je, als volwassenen huilen.
Zo rond een uur of half acht moesten wij naar bed. Na nog snel wat heerlijke boterhammen met stroop en warme melk genuttigd te hebben, gingen wij naar boven. Voorzichtig gingen wij de hoge trap op, naar opa's logeerkamer. Daar stond, voor ons, 10 en 11 jarige kinderen, een reusachtig bed. Na een kwartiertje lezen ging het licht uit en moesten we slapen.
Hoe laat het was weet ik niet meer, maar het was heel erg donker en doodstil in de logeerkamer. Ineens werden de dekens recht getrokken en ging er iemand op een stoel zitten neuriƫn. Onze oma deed dat altijd, als wij er logeerden, voor dat het licht uitging. Mijn zusje was er ook wakker van geworden en zei dat oma in de kamer was. Op dat moment ging er een windvlaag door de kamer, en het was stil. Wij zijn nog een poosje wakker geweest, maar oma kwam niet terug.
De volgende ochtend hebben wij het aan onze grootvader verteld, die met een glimlach ons duidelijk maakte dat wij hier met niemand over mochten praten. Als kind besef je niet wat er is gebeurd, en je verdringt het.
Als je jaren ouder bent, ga je beseffen wat er gebeurt was. Was het verbeelding, een droom, of was het werkelijk mijn grootmoeder die ons bezocht? Wij, mijn zuster en ik, zijn van het laatste overtuigd, nog steeds na al die jaren.
Wie weet wat het was, mag het zeggen. Voor deze nuchtere stratenmaker was het in ieder geval een indrukwekkende gebeurtenis.
De kriebels
Een jaar of elf zal ik geweest zijn, toen mijn grootmoeder overleed. Ik was op het waddeneiland Vlieland op zomerkamp, en mijn ouders vonder het niet nodig mij op de hoogte stellen van dit groot verlies. Het werd mij zo terloops verteld toen ik thuis kwam. In die tijd hing er bij ons thuis een groot taboe op de dood, dus op de vragen over hoe oma was overleden, en vooral waarom, werden met een boze blik afgedaan.
Ruim een maand later gingen mijn zusje en ik bij opa logeren. Wij gingen er altijd graag heen, het was er altijd rustig, en legio leuke plekjes om te spelen in en om de boerderij. Deze keer was het echter anders, tenminste dat gevoel hadden wij. Oma was er niet meer, en opa was steeds verdrietig. Als kind maakt het een erg grote indruk op je, als volwassenen huilen.
Zo rond een uur of half acht moesten wij naar bed. Na nog snel wat heerlijke boterhammen met stroop en warme melk genuttigd te hebben, gingen wij naar boven. Voorzichtig gingen wij de hoge trap op, naar opa's logeerkamer. Daar stond, voor ons, 10 en 11 jarige kinderen, een reusachtig bed. Na een kwartiertje lezen ging het licht uit en moesten we slapen.
Hoe laat het was weet ik niet meer, maar het was heel erg donker en doodstil in de logeerkamer. Ineens werden de dekens recht getrokken en ging er iemand op een stoel zitten neuriƫn. Onze oma deed dat altijd, als wij er logeerden, voor dat het licht uitging. Mijn zusje was er ook wakker van geworden en zei dat oma in de kamer was. Op dat moment ging er een windvlaag door de kamer, en het was stil. Wij zijn nog een poosje wakker geweest, maar oma kwam niet terug.
De volgende ochtend hebben wij het aan onze grootvader verteld, die met een glimlach ons duidelijk maakte dat wij hier met niemand over mochten praten. Als kind besef je niet wat er is gebeurd, en je verdringt het.
Als je jaren ouder bent, ga je beseffen wat er gebeurt was. Was het verbeelding, een droom, of was het werkelijk mijn grootmoeder die ons bezocht? Wij, mijn zuster en ik, zijn van het laatste overtuigd, nog steeds na al die jaren.
Wie weet wat het was, mag het zeggen. Voor deze nuchtere stratenmaker was het in ieder geval een indrukwekkende gebeurtenis.
De kriebels
dinsdag 24 augustus 2010
Verloren onschuld
Een onschuldig berichtje in de krant, 'meisje van 19, dood gevonden in bos. De politie gaat niet uit van een misdrijf'.
Zo af en toe lees je ze nog, mensen die in wanhoop of met geestelijke problemen weglopen, en later overleden terug gevonden worden. Zo ook in dit geval, het krantenbericht vermeldde dat het meisje na een ruzie in overspannen toestand thuis was weggelopen. De vermoedelijke doodsoorzaak was zelfdoding. Je leest het, en denkt zonde, 19 jaar, en nog een heel leven voor zich.
Dit deed mij denken aan een meisje waar ik in de 1e klas, van de toen nog lagere school, tot over mijn oren verliefd op was, en zij op mij. We deden alles samen, naar school lopen, spelen in bosje vlakbij ons huis, noem het maar op, zo wat kleuters van bijna 7 jaar doen.
Op een ochtend vlak voor de zomervakantie was ze weg, zo in eens! Het huis waar in ze woonde stond leeg! Ontroostbaar als een kind maar kon zijn zat ik in de klas, totdat de juf het niet meer kon aanzien en mij naar huis toe stuurde. Daar hoorde ik van mijn moeder dat ze moesten verhuizen, maar waarheen en waarom wist ze niet.
Die vakantie heb ik weinig gedaan, veel thuis, veel huilen. Af en toe met mijn vader mee in de vrachtwagen van Grolsch, bier bezorgen. Of naar mijn grootouders, op de boerderij helpen.
Jaren later, las ik in de krant dat een meisje hier in buurt in het bos zelfmoord had gepleegd. Een paar dagen later zag ik een kleine rouw advertentie staan, het bleek van een oom en tante te zijn, die hun nichtje vreselijk gingen missen. Normaal lees ik er over heen en doet het mij weinig. Totdat ik de naam las die er in stond. Het was mijn eerste jeugdliefde, vol ongeloof las ik het bericht nogmaals.
Een paar dagen later ben ik op mijn brommer gestapt en heb haar oom en tante bezocht. Daar kreeg ik te horen hoe haar leven was verlopen, waarom zij indertijd verhuisd was. Ook hebben we foto's bekeken, er waren zelfs nog foto's bij waar we met z'n tweetjes op stonden. Eentje heb ik meegekregen, waar we samen op de grote steen zitten, en bezit deze foto nog steeds.
Zo zie je maar, wat er achter een klein berichtje in de krant kan steken. Het leed voor de nabestaanden en kennissen.
Ivette, ik hoop dat ik enigzins wat schade heb kunnen inhalen, en blijf op je wachten bij de grote steen!
De kriebels
Zo af en toe lees je ze nog, mensen die in wanhoop of met geestelijke problemen weglopen, en later overleden terug gevonden worden. Zo ook in dit geval, het krantenbericht vermeldde dat het meisje na een ruzie in overspannen toestand thuis was weggelopen. De vermoedelijke doodsoorzaak was zelfdoding. Je leest het, en denkt zonde, 19 jaar, en nog een heel leven voor zich.
Dit deed mij denken aan een meisje waar ik in de 1e klas, van de toen nog lagere school, tot over mijn oren verliefd op was, en zij op mij. We deden alles samen, naar school lopen, spelen in bosje vlakbij ons huis, noem het maar op, zo wat kleuters van bijna 7 jaar doen.
Op een ochtend vlak voor de zomervakantie was ze weg, zo in eens! Het huis waar in ze woonde stond leeg! Ontroostbaar als een kind maar kon zijn zat ik in de klas, totdat de juf het niet meer kon aanzien en mij naar huis toe stuurde. Daar hoorde ik van mijn moeder dat ze moesten verhuizen, maar waarheen en waarom wist ze niet.
Die vakantie heb ik weinig gedaan, veel thuis, veel huilen. Af en toe met mijn vader mee in de vrachtwagen van Grolsch, bier bezorgen. Of naar mijn grootouders, op de boerderij helpen.
Jaren later, las ik in de krant dat een meisje hier in buurt in het bos zelfmoord had gepleegd. Een paar dagen later zag ik een kleine rouw advertentie staan, het bleek van een oom en tante te zijn, die hun nichtje vreselijk gingen missen. Normaal lees ik er over heen en doet het mij weinig. Totdat ik de naam las die er in stond. Het was mijn eerste jeugdliefde, vol ongeloof las ik het bericht nogmaals.
Een paar dagen later ben ik op mijn brommer gestapt en heb haar oom en tante bezocht. Daar kreeg ik te horen hoe haar leven was verlopen, waarom zij indertijd verhuisd was. Ook hebben we foto's bekeken, er waren zelfs nog foto's bij waar we met z'n tweetjes op stonden. Eentje heb ik meegekregen, waar we samen op de grote steen zitten, en bezit deze foto nog steeds.
Zo zie je maar, wat er achter een klein berichtje in de krant kan steken. Het leed voor de nabestaanden en kennissen.
Ivette, ik hoop dat ik enigzins wat schade heb kunnen inhalen, en blijf op je wachten bij de grote steen!
De kriebels
maandag 23 augustus 2010
De klokkenluider van de Notre Dame
Och, als kwajongen vrat je nogal eens wat kattekwaad uit, waar je later met vrienden en onder het genot van een glas bier nog steeds hartelijk om kan lachen. Ik was natuurlijk niet veel beter dan anderen, zeker als ik terug denk aan onze uitvoering van 'belletje trekken'.
Voordat de vernieuwingsdrift van de lokale politici toesloeg, hadden wij in mijn woonplaats een gezellig centrum. Alles lekker centraal, zelfs een huishoudschool. Tegen over de school stond een klein vredig kerkje, waarvan de klokken om het half uur de tijd aangaven met een hoog, en luid boinkje. De klok was zeer accuraat en veel mensen wisten dan ook precies hoe laat het was.
Niemand kon dan ook bevroeden dat juist dit vredig kerkje een hoofdrol ging spelen in een soap waarvan Dik Trom zijn vingers zou van aflikken.
Het was een heerlijke zomeravond, ergens in de begin jaren '80, dat we met een groepje jongens bij elkaar klitten en snode plannen bedachten om de tijd door te komen. Een jongen kwam aanlopen met een lang stuk touw, en hij glunderde toen hij vertelde wat hij had bedacht. Hij had het touw meegenomen om een moderne versie van het oude spelletje 'belletje trekken' uit te gaan voeren. We gaan het touw aan de klokken van de kerk vastmaken, spannen het touw over de weg, en gaan op het dak liggen van de huishoudschool. En dan, als er iemand langs komt, trekken we aan het touwtje. Iedereen was dol enthousiast en we gingen een praktische oplossing bedenken hoe we dit zouden gaan doen.
Het bleek een fluitje van een cent het touw zo te plaatsen als het de bedoeling was. Enige voorzichtigheid was wel geboden, ondanks dat het donker was. Tevens lag het plaatselijke politiebureau op ongeveer 75 meter van het plaats delict. Binnen een half uurtje was de klus geklaard en lagen we met z'n allen op het dak van de school te wachten op potentiƫle slachtoffers.
Het eerste slachtoffer meldde zich snel aan, het was de lokale zuipschuit die op zijn fiets aan kwam slingeren. Hij fietste voorbij, en op dat moment werd er aan het touw getrokken. De klokken luiden er op los als of het groot feest was, en de zuipschuit schrok zich aardig verrot, en probeerde de tijd op zijn horloge te bekijken, wat natuurlijk een flinke slinger tot gevolg had. Met een vloek belandde hij op het weg. Kwaad om zich heen kijkend, pakte hij zijn fiets weer op, en slalomde naar de kroeg. Het behoeft geen uitleg dat wij dubbel lagen van het lachen en beseften dat dit nog wel eens heel leuk kon gaan worden.
Dit schouwspel herhaalde zich nog vaak op de avond, mensen die zich rot schrokken, of hun horloge checkten.
Dagenlang luidden de klokken 's avonds op verkeerde tijden, zelfs de plaatselijke koddebeier begon zich met dit mysterie te bemoeien.
Met zijn broodtrommeltje en thermoskan in de aanslag, bivakkeerde hij achter de kerk, in de bosjes. Niet lang nadat de diender zich in positie had gebracht, en aan zijn eerste bakkie troost wilde beginnen, gingen de kerkklokken weer luiden.
Als door een wesp gestoken schoot hij omhoog en rende naar de voorkant van de kerk waar zich de klokken bevonden. Teleurgesteld dat hij niemand kon ontdekken, waggelde hij terug naar zijn schuilplaats om zijn bakkie koffie te gaan nuttigen. De arme agent heeft die avond weinig plezier gehad van zijn koffie en broodjes, die kans werd hem niet gegund.
Het mysterie trok zelfs de aandacht van de lokale pers. Interviews met de dominee, de koddebeier, omwonenden en iedereen die een mening er over had, kwamen in het krantje. We hadden het touw inmiddels vervangen door een wat dunner draadje, wat de kans op ontdekking een stuk kleiner maakte. Maar zoals met veel activiteiten ging er de lol er van af.
Mede door een groter wordende groep belletjetrekkers, loslippigheid kwam er een einde aan het mysterie. Op de laatste avond dat we het spelletje gingen uitvoeren, en het draad weg wilden halen, stond de sterke arm der wet ons op te wachten. Met een brede grijns onder zijn snor op zijn gezicht vroeg hij ons het draad te verwijderen, en mee te komen naar het bureau.
Daar aangekomen kregen wij een preek dat het toch niet kon, en hoe de mensen wel niet dachten over ons. Na een kop koffie, en een opmerking dat de bromsnor het ook wel kon waarderen, werden wij naar huis gezonden.
En nu nog, als ik leeftijdgenoten tegen kom, word ik nog wel een van de klokkeluiders van de Notre Dame genoemd!
De kriebels
Voordat de vernieuwingsdrift van de lokale politici toesloeg, hadden wij in mijn woonplaats een gezellig centrum. Alles lekker centraal, zelfs een huishoudschool. Tegen over de school stond een klein vredig kerkje, waarvan de klokken om het half uur de tijd aangaven met een hoog, en luid boinkje. De klok was zeer accuraat en veel mensen wisten dan ook precies hoe laat het was.
Niemand kon dan ook bevroeden dat juist dit vredig kerkje een hoofdrol ging spelen in een soap waarvan Dik Trom zijn vingers zou van aflikken.
Het was een heerlijke zomeravond, ergens in de begin jaren '80, dat we met een groepje jongens bij elkaar klitten en snode plannen bedachten om de tijd door te komen. Een jongen kwam aanlopen met een lang stuk touw, en hij glunderde toen hij vertelde wat hij had bedacht. Hij had het touw meegenomen om een moderne versie van het oude spelletje 'belletje trekken' uit te gaan voeren. We gaan het touw aan de klokken van de kerk vastmaken, spannen het touw over de weg, en gaan op het dak liggen van de huishoudschool. En dan, als er iemand langs komt, trekken we aan het touwtje. Iedereen was dol enthousiast en we gingen een praktische oplossing bedenken hoe we dit zouden gaan doen.
Het bleek een fluitje van een cent het touw zo te plaatsen als het de bedoeling was. Enige voorzichtigheid was wel geboden, ondanks dat het donker was. Tevens lag het plaatselijke politiebureau op ongeveer 75 meter van het plaats delict. Binnen een half uurtje was de klus geklaard en lagen we met z'n allen op het dak van de school te wachten op potentiƫle slachtoffers.
Het eerste slachtoffer meldde zich snel aan, het was de lokale zuipschuit die op zijn fiets aan kwam slingeren. Hij fietste voorbij, en op dat moment werd er aan het touw getrokken. De klokken luiden er op los als of het groot feest was, en de zuipschuit schrok zich aardig verrot, en probeerde de tijd op zijn horloge te bekijken, wat natuurlijk een flinke slinger tot gevolg had. Met een vloek belandde hij op het weg. Kwaad om zich heen kijkend, pakte hij zijn fiets weer op, en slalomde naar de kroeg. Het behoeft geen uitleg dat wij dubbel lagen van het lachen en beseften dat dit nog wel eens heel leuk kon gaan worden.
Dit schouwspel herhaalde zich nog vaak op de avond, mensen die zich rot schrokken, of hun horloge checkten.
Dagenlang luidden de klokken 's avonds op verkeerde tijden, zelfs de plaatselijke koddebeier begon zich met dit mysterie te bemoeien.
Met zijn broodtrommeltje en thermoskan in de aanslag, bivakkeerde hij achter de kerk, in de bosjes. Niet lang nadat de diender zich in positie had gebracht, en aan zijn eerste bakkie troost wilde beginnen, gingen de kerkklokken weer luiden.
Als door een wesp gestoken schoot hij omhoog en rende naar de voorkant van de kerk waar zich de klokken bevonden. Teleurgesteld dat hij niemand kon ontdekken, waggelde hij terug naar zijn schuilplaats om zijn bakkie koffie te gaan nuttigen. De arme agent heeft die avond weinig plezier gehad van zijn koffie en broodjes, die kans werd hem niet gegund.
Het mysterie trok zelfs de aandacht van de lokale pers. Interviews met de dominee, de koddebeier, omwonenden en iedereen die een mening er over had, kwamen in het krantje. We hadden het touw inmiddels vervangen door een wat dunner draadje, wat de kans op ontdekking een stuk kleiner maakte. Maar zoals met veel activiteiten ging er de lol er van af.
Mede door een groter wordende groep belletjetrekkers, loslippigheid kwam er een einde aan het mysterie. Op de laatste avond dat we het spelletje gingen uitvoeren, en het draad weg wilden halen, stond de sterke arm der wet ons op te wachten. Met een brede grijns onder zijn snor op zijn gezicht vroeg hij ons het draad te verwijderen, en mee te komen naar het bureau.
Daar aangekomen kregen wij een preek dat het toch niet kon, en hoe de mensen wel niet dachten over ons. Na een kop koffie, en een opmerking dat de bromsnor het ook wel kon waarderen, werden wij naar huis gezonden.
En nu nog, als ik leeftijdgenoten tegen kom, word ik nog wel een van de klokkeluiders van de Notre Dame genoemd!
De kriebels
zondag 22 augustus 2010
Vlinders
"Opa heeft Lana gezien!" Met die zin kwam mijn dochter van 11 naar mij toe. Wat verward, en niet helemaal bij de les, vroeg ik welke opa? Nou jou papa, zei ze met een grote lach op haar gezicht. Dat kan toch niet, merkte ik op, opa is al 2 jaar geleden overleden. Nee hoor ratelde ze door, hij heeft wel tien minuten op Lana haar hoofd gezeten!
Vorig jaar, in juni, hebben we een goede vriendin weg moeten brengen, ze was op 46 jarige leeftijd overleden aan darmkanker. Na een ziekbed van anderhalf jaar vol pijn en angst, liet ze mijn beste vriend en haar zoon achter op deze planeet. Ze hield zielsveel van vlinders. Vlinders waren de zielen van overleden mensen vertelde ze maar aan iedereen die het wilde horen. Haar begrafenis stond ook in het teken van vrolijkheid. Vrolijkheid was haar levensmotto, en dat droeg ze graag uit. Er was veel wit, en veel vlinders tijdens haar uitvaart. Dit heeft natuurlijk een grote indruk hier gemaakt.
Mijn vader was knettergek op onze kinderen, en tot vlak voor zijn overlijden, was hij, ondanks de pijnen die hem zo kwelden, lief voor ze. Wij hadden dan ook graag gezien dat hij onze Lana had kunnen zien.
Die middag waren mijn vrouw en de 2 jongste dochters aan het wandelen gegaan, en tijdens een zitpauze , was er een hele mooie vlinder op het hoofdje van de jongste gaan zitten. De 11 jarige heeft met de vlinder zitten te praten hoe het nu thuis, op school en met opa zijn konijnen gaat.
Later op de avond kwam ze snikkend naar mij toe, en vertelde ze mij dit verhaal opnieuw, en hoe goed opa wel niet had geluisterd, en dat hij Lana nu wel gezien heeft.
De volgende dag zijn we naar de plaats gegaan waar mijn vader uitgestrooid is, en daar hebben een hele grote bos bloemen neergelegd. Bloemen die ze zelf had geplukt. En wat schets onze verbazing? Precies zo'n vlinder die op Lana had gezeten, ging op de bloemen zitten!
Was het toeval? Of zouden vlinders echt de zielen van onze dierbaren bezitten? Ik weet het niet, maar er schijnt meer te zijn tussen hemel en aarde dan we kunnen bevroeden.
De kriebels
Vorig jaar, in juni, hebben we een goede vriendin weg moeten brengen, ze was op 46 jarige leeftijd overleden aan darmkanker. Na een ziekbed van anderhalf jaar vol pijn en angst, liet ze mijn beste vriend en haar zoon achter op deze planeet. Ze hield zielsveel van vlinders. Vlinders waren de zielen van overleden mensen vertelde ze maar aan iedereen die het wilde horen. Haar begrafenis stond ook in het teken van vrolijkheid. Vrolijkheid was haar levensmotto, en dat droeg ze graag uit. Er was veel wit, en veel vlinders tijdens haar uitvaart. Dit heeft natuurlijk een grote indruk hier gemaakt.
Mijn vader was knettergek op onze kinderen, en tot vlak voor zijn overlijden, was hij, ondanks de pijnen die hem zo kwelden, lief voor ze. Wij hadden dan ook graag gezien dat hij onze Lana had kunnen zien.
Die middag waren mijn vrouw en de 2 jongste dochters aan het wandelen gegaan, en tijdens een zitpauze , was er een hele mooie vlinder op het hoofdje van de jongste gaan zitten. De 11 jarige heeft met de vlinder zitten te praten hoe het nu thuis, op school en met opa zijn konijnen gaat.
Later op de avond kwam ze snikkend naar mij toe, en vertelde ze mij dit verhaal opnieuw, en hoe goed opa wel niet had geluisterd, en dat hij Lana nu wel gezien heeft.
De volgende dag zijn we naar de plaats gegaan waar mijn vader uitgestrooid is, en daar hebben een hele grote bos bloemen neergelegd. Bloemen die ze zelf had geplukt. En wat schets onze verbazing? Precies zo'n vlinder die op Lana had gezeten, ging op de bloemen zitten!
Was het toeval? Of zouden vlinders echt de zielen van onze dierbaren bezitten? Ik weet het niet, maar er schijnt meer te zijn tussen hemel en aarde dan we kunnen bevroeden.
De kriebels
Het blijft een rare wereld
Gisteren kreeg ik van iemand te horen, dat ik mensen blij maak met mijn werk. Ergens klopt dat ook wel, want immers, je levert een mooi stukje werk af. Ook buiten het werk om probeer ik mensen aan het lachen te krijgen, vrolijk te maken, of met ze lol te schoppen, dat zit nu eenmaal in mij.
Soms doe ik het met een kleine flirt, soms met een scherpe opmerking, maar altijd met een lach. Nu blijkt, dat op het world wide web, het flirt gedeelte vreselijk uitvergroot gaat worden. Tweeps op Twitter ontvolgen een dame omdat we lol hebben om een kleine flirt die niets voorstelt. Een noemt je een vunz, van een ander krijg je de vraag of mijn vrouw dit alles wel weet....
De punten, die mij in het echte leven zo sterk maken, werken op internet tegen mij. Hier uit heb ik de conclusie getrokken dat het door veel mensen niet gewaardeerd wordt.
Ik zal mijn gedrag hier op gaan aanpassen en het geflirt, de scherpe opmerkingen, het spontane gek gaan doen achterwege laten.
De kriebels
zaterdag 21 augustus 2010
Boodschappen van algemeen nut
Eens in de zoveel tijd heb ik nieuwe spijkerbroeken voor mijn werk nodig, je weet wel, van die redelijk goedkope broeken. Sinds jaar en dag heb ik de zelfde broek maat, dus dat is nooit een probleem. Dan is het een kwestie van naar de broekenboer, en een stapeltje kopen.
In het verleden was dat anders, mijn vrouw eiste dat ze mee moest. Welke argumenten ik ook aanvoerde, ze wou erbij zijn, kijken als ze wel goed pasten, mij wel staan, je kent het wel. Nu is het zo, dat ik binnen 10 minuten weer op straat sta, maar als mijn madammeke er bij is, dit wel een half uur duurde.
Op een gegeven moment zag ik zo'n reclame van een man die met zijn vrouw laarzen ging kopen, en zich als een vrouw ging gedragen. Die laarzen waren niet groen genoeg, anderen hadden geen mooi profiel, het paar uit de eerste winkel was toch wel het mooist. Ik kon een sarcastisch lachje niet onderdrukken en dacht, daar moet wat mee te doen zijn.
Nou, die gelegenheid deed zich snel voor, mijn vrouw liep alweer een paar dagen aan te geven dat ik nieuwe broeken moest hebben. Dus wij naar de jeansshop, ik loop direct naar de stapel die ik altijd heb, en wil naar de kassa lopen. Maar oh wee, mijn vrouw wil weten hoe die broek mij staat! Ondanks mijn smeekbedes, vloeken, en alles wat je probeert om daar onder te komen, ik moest de broek passen.
Het was zo rond 5 uur, en de winkel was aardig vol, en natuurlijk, pashokjes bezet met dames die broeken pasten die 2 maatjes te klein waren. Toen ik eindelijk aan de beurt was, flitste die reclame van de laarzen weer door mijn hoofd. Met een grijns van oor tot oor trok ik de spijkerbroek aan, deed parmantig het gordijntje open, er vroeg enigszins luid: "Nou hoe staat ie?" Ik bleef de boze blik van mijn vrouw ontwijken en merkte op dat hij mijn mooie kont wel breed maakte. Zij vond het best wel meevallen zei ze. Waarop ik wat luider antwoordde, zie je wel, ik heb een dikke kont!!! Het spreekt voor zich dat het tafereel de nodige aandacht begon te krijgen in de winkel. Steeds meer mensen begonnen mijn vrouw aan te kijken en te gniffelen. dit uiteraard tot mijn genoegen, echter niet tot die van mijn partner. Met een luide stem riep ze dat ik de broek maar moest uittrekken, dan konden we afrekenen en naar huis gaan.
Met een gezicht van 14 dagen onweer rekende ze het stapeltje broeken af en liep naar de auto, zonder mij een blik waardig te gunnen. De rit naar huis was het ijzig stil in de auto. Thuis aangekomen, bleef ze mij boos aankijken, en na een paar minuten barste het onweer los! Ik ga nooit weer met je mee broeken kopen, en hoe haal je het in je hoofd mij zo voor gek te zetten in een volle winkel!
In mijn hoofd dacht ik: "YES!!!" Sindsdien haal ik mijn broeken zelf, en ben zo klaar. En als de verkoper, die er toen ook bij was, werkt als ik kom afrekenen, lachen we begrijpend naar elkaar.
Nu begrijp ik ook, waarom in Belgiƫ commercials, boodschappen van algemeen nut worden genoemd.
De kriebels.
In het verleden was dat anders, mijn vrouw eiste dat ze mee moest. Welke argumenten ik ook aanvoerde, ze wou erbij zijn, kijken als ze wel goed pasten, mij wel staan, je kent het wel. Nu is het zo, dat ik binnen 10 minuten weer op straat sta, maar als mijn madammeke er bij is, dit wel een half uur duurde.
Op een gegeven moment zag ik zo'n reclame van een man die met zijn vrouw laarzen ging kopen, en zich als een vrouw ging gedragen. Die laarzen waren niet groen genoeg, anderen hadden geen mooi profiel, het paar uit de eerste winkel was toch wel het mooist. Ik kon een sarcastisch lachje niet onderdrukken en dacht, daar moet wat mee te doen zijn.
Nou, die gelegenheid deed zich snel voor, mijn vrouw liep alweer een paar dagen aan te geven dat ik nieuwe broeken moest hebben. Dus wij naar de jeansshop, ik loop direct naar de stapel die ik altijd heb, en wil naar de kassa lopen. Maar oh wee, mijn vrouw wil weten hoe die broek mij staat! Ondanks mijn smeekbedes, vloeken, en alles wat je probeert om daar onder te komen, ik moest de broek passen.
Het was zo rond 5 uur, en de winkel was aardig vol, en natuurlijk, pashokjes bezet met dames die broeken pasten die 2 maatjes te klein waren. Toen ik eindelijk aan de beurt was, flitste die reclame van de laarzen weer door mijn hoofd. Met een grijns van oor tot oor trok ik de spijkerbroek aan, deed parmantig het gordijntje open, er vroeg enigszins luid: "Nou hoe staat ie?" Ik bleef de boze blik van mijn vrouw ontwijken en merkte op dat hij mijn mooie kont wel breed maakte. Zij vond het best wel meevallen zei ze. Waarop ik wat luider antwoordde, zie je wel, ik heb een dikke kont!!! Het spreekt voor zich dat het tafereel de nodige aandacht begon te krijgen in de winkel. Steeds meer mensen begonnen mijn vrouw aan te kijken en te gniffelen. dit uiteraard tot mijn genoegen, echter niet tot die van mijn partner. Met een luide stem riep ze dat ik de broek maar moest uittrekken, dan konden we afrekenen en naar huis gaan.
Met een gezicht van 14 dagen onweer rekende ze het stapeltje broeken af en liep naar de auto, zonder mij een blik waardig te gunnen. De rit naar huis was het ijzig stil in de auto. Thuis aangekomen, bleef ze mij boos aankijken, en na een paar minuten barste het onweer los! Ik ga nooit weer met je mee broeken kopen, en hoe haal je het in je hoofd mij zo voor gek te zetten in een volle winkel!
In mijn hoofd dacht ik: "YES!!!" Sindsdien haal ik mijn broeken zelf, en ben zo klaar. En als de verkoper, die er toen ook bij was, werkt als ik kom afrekenen, lachen we begrijpend naar elkaar.
Nu begrijp ik ook, waarom in Belgiƫ commercials, boodschappen van algemeen nut worden genoemd.
De kriebels.
vrijdag 20 augustus 2010
Vreemde wezens
Roddel en achterklap, dat is voor enkele mensen op het internet een way of life geworden. Neem Twitter bijvoorbeeld, miljoenen mensen nemen dagelijks deel aan dit communicatieprogramma. Als je elkaar niet ligt, of mag, simpel, je volgt elkaar niet langer. Helaas zijn er mensen (zelfs zelfstandigen met een reclamebureau) die er een doel van hebben gemaakt, andere internet gebruikers het leven zuur te maken.
Dat is het voordeel van internet voor dat soort mensen, redelijk anoniem iemand uitzoeken en hoppa, raar gaan doen. Dit soort mensen worden ook wel Trolls, of Trollen, genoemd. En terecht! Nu heb ik dus het geluk zo'n vrouw achter mij aan te hebben, ze komt vaak in mijn woonplaats, en denkt dat dat mij chantabel maakt.
Nou kijk, dat is nu een beetje jammer, mij proberen te chanteren en zwartmaken omdat ik op het internet flirt? Lieve Silvia, je gaat mijn vrouw maar alles vertellen wat je wilt, dat ik je niet bij mijn volgers wil hebben, dat ik met elke vrouw flirt, dat ik een idioot ben, what ever. Het zegt gewoon meer over jou, dan over mij!
Mensen die mij kennen weten beter, en ik zal mij ook niet gaan verlagen tot je niveau! Meid, ik gooi je op de Twitterblock en ga lekker verder met plezier hebben op Twitter. Er zijn miljoenen fijne Twitteraars out there, en ik laat mij m'n pret niet vergallen door iemand die er genoegen uit gaat halen anderen het internetten te proberen te verpesten. Het gaat je goed Silvia!
De kriebels
donderdag 19 augustus 2010
Soms loopt het gewoon zo...
Toen ik vanochtend op zoek was naar geld voor de snackboer vond ik een visitekaartje. Nu is dit niet ongewoon, mijn beurs puilt uit van dat spul. Maar dit kaartje trok mijn aandacht, het was een kaartje van een vrouwelijke manager die werkzaam is bij een grote watermaatschappij in het westen van Nederland.
Deze dame, blond, een hele mooie verschijning, klik-klakte op haar mooie pumps en wiegde met haar heerlijke heupen als een fata morgana weer voor mij langs. Langzaam droomde ik weer weg naar Den Haag, waar ze woonde, en waande mij in haar armen. Als pas verliefde tieners beminden wij elkaar, brachten dagenlang met elkaar door, leefden van de liefde en passie.
Een strandwandeling in Scheveningen, een pilsje happen in 'Joris en de draak', de pure Haagse humor beleven, de diepgaande gesprekken, het was de mooiste tijd uit mijn leven.
Maar zoals aan alle mooie dingen komt een einde, zo kwam ook aan deze romance een eind. Ik kon het niet meer aan, de hectiek, niet goed in mijn vel zitten, noem het maar op.
En zo zat ik te dagdromen over de liefde van mijn leven, de vrouw waar ik oud me wilde worden, totdat een ruwe krakende sten mij weer tot het heden riep. Of ik vandaag ook nog wilde snacken riep mijn collega!
Nog ontdaan over het vinden van het kaartje, stapten we in onze werkbus en gingen naar de vetklep een snackje doen. Maar op een of andere manier smaakte het open ruggetje niet. Ik kon mijn gedachten niet van haar afhouden, en sterker nog, hoe kwam dat kaartje in mijn knip terecht! Even kwam de gedachte op om haar te bellen, heel even maar. Ik heb het niet gedaan, wetende hoe zo'n pijn ik haar heb gedaan toen we uit elkaar gingen.
Misschien ooit, in de toekomst zal ik weer naar Den Haag tuffen, om de gedane schade weer goed te maken. Het zal een zware reis worden, maar ik heb het ervoor over.
Gelukkig leest ze dit niet, en zou je het doen, je weet me te vinden. Beoordeel me maar mensen, of een goed of slecht persoon ben, maar ik ben wel eerlijk.
De kriebeltjes
Deze dame, blond, een hele mooie verschijning, klik-klakte op haar mooie pumps en wiegde met haar heerlijke heupen als een fata morgana weer voor mij langs. Langzaam droomde ik weer weg naar Den Haag, waar ze woonde, en waande mij in haar armen. Als pas verliefde tieners beminden wij elkaar, brachten dagenlang met elkaar door, leefden van de liefde en passie.
Een strandwandeling in Scheveningen, een pilsje happen in 'Joris en de draak', de pure Haagse humor beleven, de diepgaande gesprekken, het was de mooiste tijd uit mijn leven.
Maar zoals aan alle mooie dingen komt een einde, zo kwam ook aan deze romance een eind. Ik kon het niet meer aan, de hectiek, niet goed in mijn vel zitten, noem het maar op.
En zo zat ik te dagdromen over de liefde van mijn leven, de vrouw waar ik oud me wilde worden, totdat een ruwe krakende sten mij weer tot het heden riep. Of ik vandaag ook nog wilde snacken riep mijn collega!
Nog ontdaan over het vinden van het kaartje, stapten we in onze werkbus en gingen naar de vetklep een snackje doen. Maar op een of andere manier smaakte het open ruggetje niet. Ik kon mijn gedachten niet van haar afhouden, en sterker nog, hoe kwam dat kaartje in mijn knip terecht! Even kwam de gedachte op om haar te bellen, heel even maar. Ik heb het niet gedaan, wetende hoe zo'n pijn ik haar heb gedaan toen we uit elkaar gingen.
Misschien ooit, in de toekomst zal ik weer naar Den Haag tuffen, om de gedane schade weer goed te maken. Het zal een zware reis worden, maar ik heb het ervoor over.
Gelukkig leest ze dit niet, en zou je het doen, je weet me te vinden. Beoordeel me maar mensen, of een goed of slecht persoon ben, maar ik ben wel eerlijk.
De kriebeltjes
dinsdag 17 augustus 2010
Soms heb je van die dagen.
Bennie.
Het is alweer een poosje geleden dat ik met Bennie heb gewerkt. Deze fijne vent zou je kunnen omschrijven als een goedaardige sul die voor iedereen klaar staat. Gevoel voor humor was hem ook niet vreemd, maar soms had een bepaalde opmerking toch wel enige uitleg nodig. Hij had echter een probleem.... de liefde was hem nooit goed gezind geweest en was, zoals hij altijd pleegde te prediken, een bewust ongehuwde vrijgezel gebleven.
Het was op een mooie augustus morgen dat Bennie en ondergetekende, in een plaatsje de stoepen aan het herbestraten waren. Zo rond half 10, bijna tijd voor de koffie, kwam er een dame naar ons toe. Gekleed in een badjas, gekruid met een vleugje gespeelde paniek en haar coupe de soleil iets in de war. "Help riep ze, ik heb geen elektriciteit meer. De stoppen zijn door geslagen toen ik een lamp ging vervangen!" Bennie, de rust him self kalmeerde mevrouw en verzekerde haar dat hij het appeltje wel even zou gaan schillen. Zo gezegd, zo gedaan, Bennie ging met haar mee, de kraanmachinist en ik gingen in de schaftkeet om van onze pauze te genieten.
Het zal na een 10 minuten geweest zijn, dat Bennie met een lijkbleek gezicht en helemaal buiten adem de keet binnen strompelde. Jul..jul..jullie geloven nooit wat mij is overkomen, stotterde hij. Ik schakel de meterkast aan en ga naar boven en draai dat peertje er in, en hoppa lampie doet het weer. Staat je ineens achter mij, laat haar badjas vallen en zegt: "Zullen we nu even afrekenen?" Het hoeft geen uitleg dat Bennie z'n benen onder zijn arm pakte en maakte dat hij hij weg kwam.
Een schilder die verder op aan het werk was en het relaas van Bennie hoorde, vroeg welk huisnummer het was. Parmantig stapte hij naar het huis, ging naar binnen en deed wat Bennie verzaakt had om te doen.
Ik trof Bennie toevallig vanmiddag op de klus, hij kwam toevallig langs en zag mij staan. Na het gebruikelijke praatje van hoe alles ging en voor wie we nu werkten, kon ik het niet laten om te vragen hoe het nu met zijn vrijgezellen bestaan ging. Hij lachte wat schamper en vertelde dat hij nog steeds vrijgezellig was.
Deze is voor jou Ben, ik weet dat je hem ook gaat lezen. Zie het als een eerbetoon aan alle ijzeren maagden ter wereld!
De kriebels
Het is alweer een poosje geleden dat ik met Bennie heb gewerkt. Deze fijne vent zou je kunnen omschrijven als een goedaardige sul die voor iedereen klaar staat. Gevoel voor humor was hem ook niet vreemd, maar soms had een bepaalde opmerking toch wel enige uitleg nodig. Hij had echter een probleem.... de liefde was hem nooit goed gezind geweest en was, zoals hij altijd pleegde te prediken, een bewust ongehuwde vrijgezel gebleven.
Het was op een mooie augustus morgen dat Bennie en ondergetekende, in een plaatsje de stoepen aan het herbestraten waren. Zo rond half 10, bijna tijd voor de koffie, kwam er een dame naar ons toe. Gekleed in een badjas, gekruid met een vleugje gespeelde paniek en haar coupe de soleil iets in de war. "Help riep ze, ik heb geen elektriciteit meer. De stoppen zijn door geslagen toen ik een lamp ging vervangen!" Bennie, de rust him self kalmeerde mevrouw en verzekerde haar dat hij het appeltje wel even zou gaan schillen. Zo gezegd, zo gedaan, Bennie ging met haar mee, de kraanmachinist en ik gingen in de schaftkeet om van onze pauze te genieten.
Het zal na een 10 minuten geweest zijn, dat Bennie met een lijkbleek gezicht en helemaal buiten adem de keet binnen strompelde. Jul..jul..jullie geloven nooit wat mij is overkomen, stotterde hij. Ik schakel de meterkast aan en ga naar boven en draai dat peertje er in, en hoppa lampie doet het weer. Staat je ineens achter mij, laat haar badjas vallen en zegt: "Zullen we nu even afrekenen?" Het hoeft geen uitleg dat Bennie z'n benen onder zijn arm pakte en maakte dat hij hij weg kwam.
Een schilder die verder op aan het werk was en het relaas van Bennie hoorde, vroeg welk huisnummer het was. Parmantig stapte hij naar het huis, ging naar binnen en deed wat Bennie verzaakt had om te doen.
Ik trof Bennie toevallig vanmiddag op de klus, hij kwam toevallig langs en zag mij staan. Na het gebruikelijke praatje van hoe alles ging en voor wie we nu werkten, kon ik het niet laten om te vragen hoe het nu met zijn vrijgezellen bestaan ging. Hij lachte wat schamper en vertelde dat hij nog steeds vrijgezellig was.
Deze is voor jou Ben, ik weet dat je hem ook gaat lezen. Zie het als een eerbetoon aan alle ijzeren maagden ter wereld!
De kriebels
maandag 16 augustus 2010
Floris Benjamin
"Kindje wat ben je stil"
De waarheid kwam stil als een stille tocht.
Het was die zekerheid waardoor mijn wezen zocht naar jou! Maar je bent stil.
Kindje, wat ben je stil en toch dicht bij mij.
Ik heb het net gehoord, een afgestorven lied.
Een afgebroken woord.
Ik gaf je al een naam,
speelde gevoelens door.
Breekbaar gaf jij daaraan
diep in mijn schoot gehoor.
Nu ben jij stil, mijn kind,
nog niet geboren,
ik heb in jou vandaag
Zoveel geluk verloren.
Je zou vandaag 8 jaar en 3 maand oud zijn. Zolang is het alweer geleden, maar we missen je nog elke dag lieverd!!!
En vandaag moesten wij Grietje, onze poes in laten slapen. Na negen jaar was het mooi geweest, rust zacht meid.
De waarheid kwam stil als een stille tocht.
Het was die zekerheid waardoor mijn wezen zocht naar jou! Maar je bent stil.
Kindje, wat ben je stil en toch dicht bij mij.
Ik heb het net gehoord, een afgestorven lied.
Een afgebroken woord.
Ik gaf je al een naam,
speelde gevoelens door.
Breekbaar gaf jij daaraan
diep in mijn schoot gehoor.
Nu ben jij stil, mijn kind,
nog niet geboren,
ik heb in jou vandaag
Zoveel geluk verloren.
Je zou vandaag 8 jaar en 3 maand oud zijn. Zolang is het alweer geleden, maar we missen je nog elke dag lieverd!!!
En vandaag moesten wij Grietje, onze poes in laten slapen. Na negen jaar was het mooi geweest, rust zacht meid.
zondag 15 augustus 2010
De echte man?
Erwin de Vries - Ik bin de man
Haast het schoolvoorbeeld van hoe een man niet moet zijn! Gezongen in het Gronings met een aanstekelijk muzikale achtergrondje. Laten jullie mij ook weten wat je er van vind? Voor de mensen die het Gronings niet verstaan, hier onder een vertaling.
Ik ben de man, betrouwbaar en goed.
Ik ben de man, die jij hebben moet.
Ik ben zo lief, gevoelig en warm.
Je gezellige slaaf, je ideale man.
Ik hou van lekker winkelen, met ons twee aan de boemel.
Wat nieuwe schoenen, kleine dingen.
Om geen moment van jou te missen.
En af en toe een beetje strijken, en samen goede tijden bekijken.
Ik zo netjes, fris en schoon, dus zit ik zitten te plassen.
Want ik ben de man, betrouwbaar en goed.
Ik ben de man, die jij hebben moet.
Ik ben zo'n zachte fijne vent, een die houdt van een verwen arrangement.
Elke week een bosje bloemen naar je brengt, met een tattoo op mijn mooie bruine billen.
En we lezen samen de Viva, op koop zijn nagel nieuwe Ikea.
Klessebessen met een kopje thee, dat is wat ik je geven wil.
Ik heb een kleinigheid, ik loop graag in een rok of jurk.
Omdat make-up mij zo beeldig staat, voor mijn rare fantasie.
Dus als wij winkelen gaan, zie ik ook pumps voor mij staan.
Maar na wat uurtjes dan is het gedaan, en dan ben ik weer voor jou!
Wel HBO met een goede CV, bij mij zondagavond geen voetbal op TV.
Geen kantine met kameraden in't cafe, en maar 1 pakje Belinda als ik rook.
Ik kan heel goed kokerellen, mijn specialiteit zijn frikandellen.
Als je ongesteld bent, dan hoef je mij dat niet te vertellen want dan ben ik dat ook!
Haast het schoolvoorbeeld van hoe een man niet moet zijn! Gezongen in het Gronings met een aanstekelijk muzikale achtergrondje. Laten jullie mij ook weten wat je er van vind? Voor de mensen die het Gronings niet verstaan, hier onder een vertaling.
Ik ben de man, betrouwbaar en goed.
Ik ben de man, die jij hebben moet.
Ik ben zo lief, gevoelig en warm.
Je gezellige slaaf, je ideale man.
Ik hou van lekker winkelen, met ons twee aan de boemel.
Wat nieuwe schoenen, kleine dingen.
Om geen moment van jou te missen.
En af en toe een beetje strijken, en samen goede tijden bekijken.
Ik zo netjes, fris en schoon, dus zit ik zitten te plassen.
Want ik ben de man, betrouwbaar en goed.
Ik ben de man, die jij hebben moet.
Ik ben zo'n zachte fijne vent, een die houdt van een verwen arrangement.
Elke week een bosje bloemen naar je brengt, met een tattoo op mijn mooie bruine billen.
En we lezen samen de Viva, op koop zijn nagel nieuwe Ikea.
Klessebessen met een kopje thee, dat is wat ik je geven wil.
Ik heb een kleinigheid, ik loop graag in een rok of jurk.
Omdat make-up mij zo beeldig staat, voor mijn rare fantasie.
Dus als wij winkelen gaan, zie ik ook pumps voor mij staan.
Maar na wat uurtjes dan is het gedaan, en dan ben ik weer voor jou!
Wel HBO met een goede CV, bij mij zondagavond geen voetbal op TV.
Geen kantine met kameraden in't cafe, en maar 1 pakje Belinda als ik rook.
Ik kan heel goed kokerellen, mijn specialiteit zijn frikandellen.
Als je ongesteld bent, dan hoef je mij dat niet te vertellen want dan ben ik dat ook!
Want ik ben de man, betrouwbaar en goed.
Ik ben de man, die jij hebben moet.
Ik ben zo lief, gevoelig en warm.
Je gezellige slaaf, je ideale man.
Je ideale sloof!
Bloggen, een moetje?
Nou, hier istie dan, DeStraatmaker zijn eerste blogpost. Niet omdat het moet, maar omdat die ouwe zuurpruim er best wel zin aan heeft om te doen! Verwacht er niet teveel van hoor. Het zal geen lief dagboek blogje worden, meer een uitlaatklep pur sang. De dagelijkse ergernissen, gejammer over Twitter, mijn heerlijk uiterlijk (not dus) kan je hier verwachten. Nou we gaan het zien.
De kriebels.
De kriebels.
Abonneren op:
Posts (Atom)